Swingende psychedelica van Altin Gün

Goede muziek hoeft niet Engelstalig of zelfs Nederlandstalig te zijn. Dit bewijst de Amsterdamse band Altin Gün al een aantal jaar. In een uitverkocht Doornroosje treden ze al voor de derde keer op; krijgen ze publiek nog steeds aan het dansen?
Als recensent ben ik voor het eerst bij een concert van Altin Gün. Een nogal gemêleerd publiek loopt rond in het café en de zaal: minstens evenveel vrouwen als mannen, van twintigers tot vijftigers, van hip langharig tot netjes strak gekleed. Maar eerst krijgen we nog een voorprogramma te zien en horen.
Licht en dromerig entree
De zaal is al aardig gevuld als Josephine Odhil met haar band het podium oploopt, een bassist in jaren 70-outfit en hip figuur die achter de keyboards gaat staan. Zelf neemt ze al snel de gitaar ter hand. De muziek is wat lastig te plaatsen; een beetje seventies-rock, een beetje soul, een beetje shoegaze indie. De muziek swingt lekker weg, maar wordt nooit hard. Zelf noemt ze het dreampop, wat een aardige betiteling is.
Hoewel het muzikaal best goed in elkaar zit, valt haar zang op een of andere manier uit de toon. Niet dat ze slecht zingt, maar het blijft steeds een beetje vlak en hoog. Ze heeft vooral een popzangstem, maar in veel nummers, zoals in Marjorie, wringt haar manier van zingen met de muziek. In Be Your Better Self is de muziek wat vlakker (op de drum na) en dat geeft meteen wat ruimte voor haar zang. Wanneer ze wat lager gaat zingen en wat meer dynamiek in haar stem geeft, zoals in Ultraviolet, werkt het ook beter. Uiteindelijk is het een aardig voorprogramma en ze warmt het publiek goed op in het ruime half uur dat ze speelt.
Een Turks keyboarddeuntje zet de toon in Vay Dünya. Nee, het geluid komt van een versterkte Turkse gitaar, de bağlama. Die geeft een bijna disco-achtig geluid. Zanger Erdinç Ecevit gebruikt er meerdere tijdens de show, om er mooie Turkse melodieën mee te maken, als ritme-instrument en hij weet er zelfs gitaarriffs uit te halen. Hij zingt het merendeel van de nummers, wat niet gebruikelijk is. Later op de avond verontschuldigt zangeres Merve Dasdemir zich hiervoor; de vorige show zong ze helemaal niet omdat ze haar stem kwijt was en ze hoopte nu weer hersteld te zijn. Toch overtuigt Altin Gün ook zonder haar.
Trance grooves
Naast de typisch Turkse bağlama hebben vrijwel alle nummers een ander Turks element gemeen: het ritme. Het komt in vrijwel ieder nummer naar voren en past perfect bij de Turkse zang met heel veel dynamiek. Het mooie is dat deze ritmes perfect verweven worden met funky grooves, met Santana-achtige jaren ’70 rock en The Doors-achtige keyboard tot een ontzettend dansbaar geheel. De nummers lijken door het bepalende ritme ook in elkaar over te vloeien, waardoor het publiek in een soort trance lijkt te komen. Her en der ontstaan kleine minifeestjes, waarin met oosterse dansbewegingen flink gedanst wordt.
Electro disco
Het nummer Ordu'nun dereleri begint met een elektronisch intro dat bij Daft Punk niet zou misstaan en het hele nummer heeft heel mooie elektronische soundscapes. Hiermee laat Altin Gün echt een ander gezicht zien. En toch is dit ook typisch Altin Gün: keyboard, gitaar en bas krijgen in alle nummers steeds andere rollen. In Leylim Ley wordt met bas en drum een funky groove gezet, in Macka gebruiken ze de gitaar hiervoor. Met bijna elk instrument weten ze funky ritmes en melodieën neer te zetten, maar ook met ieder instrument kunnen ze de melodieën opstuwen naar jaren 70-riffs.
Na zestien nummers en anderhalf uur dansen heeft het publiek dan ook niet genoeg gehad. Na een 'We want more' klinkt hun meest bekende nummer, Goca Dünya, maar het steekt eigenlijk niet zo gek af van de andere nummers. Altin Gün zet deze avond in Nijmegen een heel goede set neer met een consistent hoge kwaliteit. Het smaakt naar een vierde keer!
Foto's © Henk Beenen
Getagd onder
-
WaarDoornroosje