Eerbiedig headbangen voor de Melvins

De Melvins zijn een van de weinige grungebands die nog actief spelen en touren. Al vanaf de start heeft de band, die eigenlijk een mix van rock, grunge en metal speelt, een cultstatus. Zijn ze die (nog steeds) waard?
Als recensent sta je soms voor lastige afwegingen. Een doordeweekse review van een concert van de Melvins werd ineens een mini-festival met vier acts in twee zalen, waar deze recensent geen rekening mee had gehouden. Hoewel een leuke extra voor bezoekers, blijft dit een review van het optreden van de Melvins. Ondanks een potentieel publiek voor twee zalen is de grote zaal overigens niet volledig gevuld: het balkon is afgesloten. Wel is te merken dat iedereen is gekomen voor de Melvins: de hoeveelheid oude mannen in metal- en grungeshirts is niet te overzien.
Het concert begint met een verrassend intro – de klanken van Take on Me van A-Ha vullen de zaal. De Melvins betreden het podium en de drie oude mannen laten meteen zien dat ze nog steeds in topvorm zijn. Met nummers als Snake Appeal geven ze een korte maar krachtige Queen of the Stone Age-achtige rockuitbarsting, waarbij het publiek direct meegezogen wordt in de muziek.
Van grunge tot metal
De Melvins laten het publiek alle kanten van rock zien. Met Zodiac zet de band razendsnel strakke riffs in, bijna als een metalband. Het nummer transformeert daarna geleidelijk in grunge met loggere riffs. Copache heeft meer een New York hardcore-achtige sfeer, terwijl I Want to Hold Your Hand van The Beatles verrassend goed werkt als rocknummer, ondanks de ritmeveranderingen. Centraal in de muziek staan de Quicksand-achtige logge riffs, eigenlijk meer stonerrock dan grunge. Toch geven de Melvins er een veelzijdigheid aan die zorgt dat je steeds geboeid blijft luisteren. De gehele zaal is dan ook eerbiedig langzaam aan het headbangen op de logge riffs.
Theatraal en charismatisch
Naast de muziek is het ook moeilijk om niet te worden meegesleept door de theatrale uitstraling van de bandleden. Zanger Buzz Osborne komt met zijn wapperende bos haren over als een combinatie van Hans Klok en een Scientology-aanhanger. Bassist Steven Shane McDonald – gekleed in een rode hippie-outfit – hangt vaak over het publiek heen te spelen of springt met beide benen de lucht in. Drummer Dale Crover heeft met zwarte strepen onder zijn ogen een licht aggressieve uitstraling. Deze unieke persoonlijkheden voegen nét die cultdimensie toe aan het optreden. Ondanks, of juist dankzij, dat ze maar weinig écht contact maken met het publiek.
Onverwacht jammend einde
Melvins eindigen het concert jammend en met plezier. Na een paar krachtige nummers, waaronder het ontzagwekkend goede Honey Bucket en het melodische Revolve, komen ineens de drummer en gitarist van Taipei Houston het podium op. Op een jammende manier beginnen ze samen Night Goat. Hoewel het verschil in leeftijd tussen de bands niet veel groter had kunnen zijn, spat het plezier van het podium af. Dát is volgens mij de essentie van grunge: het plezier van jammen. Daarna kondigen ze aan dat ze normaal gesproken geen toegiften doen. Maar nu dus toch, ter ere van hun veertigjarige bestaan. Met het dreigende Boris en een laatste rustige improvisatie door Osborne barst het publiek los in een luid en lang applaus. We nemen met nekpijn onze pet af voor deze band.
-
WaarDoornroosje