FJIN 2024: fraaie jazz in LUX

Festival Jazz International Nijmegen: een goed georganiseerd en avontuurlijk tweedaags festival presenteerde zaterdag 26 oktober in LUX een drietal fraaie concerten waarbij met name de jongere generatie zich niet onbetuigd liet. In zijn recensie doet Jan Panis verslag van onderkoelde passie, energieke powerdrummers, flauwe grapjes en wat een jonge, nette Engelse muzikaal te vertellen heeft. Peter van Esch tekent voor de fotografie.
Het festival wordt georganiseerd door de samenwerkende jazzpodia van Nijmegen: Brebl, LUX, JIN, Doornroosje, Stadsschouwburg, Mijnheer Otis, De Lindenberg en enkele Nijmeegse instanties. Deze unieke samenwerking wordt dan ook beloond in de vorm van subsidies van het Cultuurfonds en de gemeente Nijmegen. Op zaterdag 26 oktober is LUX de plek voor drie concerten (een triple-bill heet dat tegenwoordig in goed Nederlands) , een interview en een spoken word-event. De planning is uitstekend en strak, iedere band krijgt een uur, interview en dichter zijn in het café uitstekend te volgen via koptelefoons. De samenstelling van de bands zijn in oplopende aantallen: een duo, een trio en tot slot een kwartet.
Atzko Kohashi en Tony Overwater © Peter van Esch
Duo
Het duo van pianiste Atzko Kohashi en de bassist Tony Overwater bijt het spits af in een aanvankelijk halfgevulde zaal. Ze spelen nummers die zijn gecomponeerd door drummers en saxofonisten, maar dan zonder aanwezigheid van deze instrumenten. Dan moet je van goede huize komen om deze nogal essentiële jazzinstrumenten te doen vergeten. Overwater is een fantastische bassist met een mooi geluid, goed strijkstokgebruik, ritmisch sterk en Atzko legt fraaie akkoorden neer op haar piano (die te dun klinkt). Het is allemaal mooi en beheerst, maar echt spannend wordt het helaas niet. Atzko's linkerhand blijft erg dicht bij de rechterhand en spetterende melodische improvisaties blijven wat schuchter. De oosterse en westerse invloeden hoor ik er ook niet zo aan af, het is bop en pop (Tom Waits, Family Dogg) en in Charlie Hadens La Pasionaria blijft de passie wat onderkoeld. De inmiddels bijna volgestroomde zaal is wel zeer enthousiast.
Brekky Boy © Peter van Esch
Trio
Bij het tweede concert van Brekky Boy krijgen we er een drummer bij en wat voor een! De drie Australische musici hebben hun roots duidelijk in de drum-‘n-bass-pophoek liggen, 4hero is de eerste naam die bij me opkomt, maar dan zonder solostem, en dat is wel een klein gemis. Maar ook aan Soft Machine wordt gerefereerd. Er wordt een enorm energieke, polyritmische basis gelegd door drummer Alex Hirlian en bassist Ryan Hurst. Helaas staat de basversterker op het podium veel te hard, waardoor er weinig definitie in de bas zit. Taylor Davis speelt mooie pianoakkoorden maar soleert en improviseert weinig melodisch. Wel vult hij het klankbeeld aan met fraaie soundscapes. De grapjes over de audities van de bandleden en het gegooi met spullen zijn wat aan de flauwe kant, maar gaandeweg wordt het concert steeds overtuigender.
Verdiepingsprogramma
In de tweede pauze onderhoudt campusdichter Thijs Kersten het publiek met een niet-aflatende stroom van woorden/gedichten over politieke kwesties en brengt hij een ode aan de geschreven brief en de postbode. Hij lijkt het meest op een dichtende reporter. Het is een jazzfestival, maar Thijs noemt zichzelf een amateurjazzliefhebber. Toch heeft hij tot slot nog een kort jazzgedicht, waarin hij de vrijheid beschrijft van de jazzmusicus, die weet dat achter hem een solide basis staat.
Spoken word-artiest Thijs Kersten © Peter van Esch
In het interview met Emma Rawicz eerder die middag legt Emma uit hoe ze bij jazz uitgekomen is. Ze studeerde klassiek viool en hoorde op een dag in het nette Engelse dorpje waar ze woonde, een optreden van een bigband. Al die stemmen, die arrangementen, die sound: Emma is meteen verkocht en besluit de viool in te ruilen voor de saxofoon. Arrangeren van een bigband is ook een passie en vindt ze min of meer vanzelfsprekend. Haar masterclass een dag ervoor in Brebl was indrukwekkend volgens velen, dus ben je heel benieuwd wat zo'n jonge, nette Engelse muzikaal te vertellen heeft. Dat blijkt heel veel te zijn.
Emma Rawicz Quartet © Peter van Esch
Kwartet
Bij aanvang van het derde concert is de zaal plots vrijwel vol, er is veel jong publiek bijgekomen. We krijgen er nog een instrument bij, de sax, en dat is op zich al prettig. Vanaf het begin is het overduidelijk dat hier een topkwartet staat. Er staat een drumstel, of beter een percussiewerkplaats waar (invallende) drummer Anton Eger zich 200% geeft met veel theatrale inbreng van zijn enorme bos krullen. Ik heb het meestal niet zo op drukke drummers, maar Anton heeft een enorme muzikale inbreng, altijd dienend en nooit overheersend. De geluidstechniek draagt hiertoe ook bij met speelse galmeffecten.
In het eerste, lange stuk boeit Emma meteen met een zeer fantasievol, indrukwekkend verhaal, weinig toonladders, veel melodische vondsten. Kevin Glasgow speelt trefzekere baspartijen, Ivo Neame is een inventieve pianist. In het tweede stuk lijkt de bassist plots getransformeerd tot Pat Metheny. Op zijn zessnarige bas speelt en klinkt hij als een gitarist. Emma soleert als Michael Brecker maar met een eigen verhaal en staat daarbij nauwelijks bewegend alsof het totaal geen moeite kost. Klein minpuntje is de klank van de tenorsax. Deze klinkt te poppy: een tenor moet niet klinken als de alt van Candy Dulfer met veel galm en de piano is geen achtergrondinstrument.
Twee stukken van de cd Chroma tonen ook Emma’s compositorische kracht. Bas en drums hebben uitgeschreven partijen, pianist Ivo heeft dat kennelijk niet nodig, speelt met een sterke linkerhand en brengt zeer sterke improvisaties. Maar Emma blijft vooral de aandacht trekken door steeds nieuwe verhalen te vertellen, er is geen moment dat ze zich herhaalt. Indrukwekkend dat deze jonge musici (Emma is 22) al zoveel te vertellen hebben en dan ook nog van zo'n hoog niveau. Ook op Mantra weet ze op sopraansaxofoon te boeien. Het publiek is laaiend enthousiast en een toegift is dan ook onvermijdelijk.
De zaterdag gaat daarna nog verder in Merleyn met Roseye, maar daar had uw recensent na drie fraaie concerten geen energie meer voor. FJIN is een goed georganiseerd, avontuurlijk festival, een voorbeeldige samenwerking en behoorlijk verjongend qua musici. Volgend jaar hopelijk nóg meer jong publiek.
Anton Eger © Peter van Esch
Meer foto's van de concerten in LUX:
Atzko Kohashi © Peter van Esch
Tony Overwater © Peter van Esch
Ryan Hurst en Alex Hirlian © Peter van Esch
Taylor Davis © Peter van Esch
Ryan Hurst © Peter van Esch
Emma Rawicz en Anton Eger © Peter van Esch
Emma Rawicz en Kevin Glasgow © Peter van Esch
Emma Rawicz en Ivo Neame © Peter van Esch
Interview met Emma Rawicz © Peter van Esch
Getagd onder
-
WaarLUX Nijmegen