Regelloos universum met één (arbitraire) regel: September Says

Absurdisme is nooit alleen maar absurd; de beste absurde films hebben altijd een serieuze lading, maar het is aan de kijker om die code te ontcijferen. Zonder een dergelijke code wordt een film tamelijk willekeurig, en als kijker denk je dan snel: ja leuk, maar gaat het ook ergens over? Hoe is dat in het geval van September Says, die vanaf aanstaande donderdag te zien is? Het betreft het langspeelfilmdebuut van de Grieks-Franse Ariane Labed, een actrice die getrouwd is met Yorgos Lanthimos (The Lobster, Poor Things).
Laten we Alex van Warmerdam als uitgangspunt nemen. In De laatste dagen van Emma Blank (2009) hebben familieleden afgesproken een bepaalde rol te spelen om de vermeend zieke Emma ter wille te zijn. Maar met dat rollenspel worden de agressieve driften beteugeld, met name die van Theo die de rol van huishond is toebedeeld. Zo’n opvoering lijkt raar, maar het blijkt verdomd praktisch: zodra men ermee ophoudt, breekt gelijk de pleuris uit en blijkt Theo de vuile streken van een ‘rat’ te hebben. Het rollenspel had als functie om de onderlinge verhoudingen leefbaar te houden.
Een tot nadenken stemmende omkering van een conventie vormt in zijn algemeenheid een geschikt uitgangspunt voor absurdisme. In de Griekse film Pity (2018) van Babis Makridis, krijgen een vader en zijn zoontje dagelijks een taart van een bovenbuurvrouw. Iedereen in hun omgeving heeft te doen met hen, omdat de moeder al heel lang in coma ligt. Zij worden zozeer overladen met blijken van medeleven dat vader geschokt reageert op een bericht: eerst denk je dat zijn vrouw dan wel overleden zal zijn, maar nee, het is veel ‘erger’: zij is hersteld. Hij wil zo graag blijven zwelgen in de sympathie die hij dagelijks ontvangt, dat hij doet alsof haar toestand onveranderd is. Hij kan niet met de nieuwe situatie omgaan, met alle gevolgen van dien.
The Lobster en Dogtooth
De premisse van Lanthimos’ The Lobster (2015) heeft vaak wenkbrauwen doen fronsen. Een weduwnaar checkt in bij een hotel en krijgt als opdracht om in 45 dagen een nieuwe partner te vinden met identieke eigenschappen. Zo niet, dan verandert hij in een dier naar keuze. Als je erover nadenkt, dan speelt Lanthimos met een omkering. In de hedendaagse wereld waarin een relatie als een hoger ideaal geldt dan ‘single luck’, zijn er tal van mogelijkheden om een partner te vinden. Bij online daten kan een algoritme een percentage voorrekenen en als er een match is van 90 procent of hoger, dan moet succes gegarandeerd zijn. Het hotel in The Lobster is enkel een uitvergroting van dit principe. In feite heeft Lanthimos de mogelijkheid tot daten tot een strikte verplichting gemaakt, met een nare consequentie mocht het niet lukken.
Lanthimos is een vaandeldrager gebleken voor de Griekse cinema, dat zijn successen sinds 2009 te danken heeft aan een expliciete hang naar absurdisme. Dogtooth van Lanthimos zette de Griekse ‘weird wave’ op de kaart. Een gezin met twee dochters en een zoon woont in een ruime villa, met een grote, ommuurde tuin. De volwassen kinderen komen nooit daarbuiten, enkel vader om naar zijn werk te gaan. Soms neemt hij bezoek mee, maar dat wordt geblinddoekt.
Vader heeft voor de gezinsleden een geheel eigen universum gecreëerd, met een geheel eigen woordenschat en geheel eigen gebruiken. Het lijkt zeer tiranniek, maar het is logischer om hem als een overbezorgde en beschermende vader te zien. Hij wil hen de boze buitenwereld besparen, en dat heeft tot een situatie geleid die veel weg heeft van een mini-dictatuur. Vader heeft de regel bedacht dat als de kinderen een hoektand verliezen, ze pas een stap voorbij de muur kunnen zetten.
Tendens van gekte
Labed speelde haar eerste twee acteerrollen in de Griekse ‘weird wave’ films Attenberg (2010) van Athina Rachel Tsangari, en in Alps (2011) van Lanthimos. Geen wonder dat haar September Says de nodige verwantschap heeft met deze tendens van gekte. Maar als de films van Lanthimos redelijk consequent zijn in hun uitvoering, is Labeds film wispelturiger. Je weet nooit helemaal wat je moet verwachten. Er zit sowieso een van de vreemdste overgangen sinds tijden in de film. Die vindt plaats tijdens onweer. En dan gaat het beeld lang op zwart, schakelen we over naar een andere scène, en heel veel later, komen we terug bij de scène met onweer.
September Says draait om drie personages: September is de oudste zus, en zij noemt haar wat minder ontwikkelde zus ‘silly July’. Op school worden ze vaak gepest, vooral July is een makkelijk mikpunt, maar September zal haar steeds te hulp komen. September beweert aseksueel te zijn, maar July hunkert wel naar jongens. Ze staart de knappe Ryan veel te lang aan, en als hij haar via haar mobiel benadert, stuurt ze hem (of degene die zich voor Ryan uitgeeft) een naaktvideo. De twee zussen gaan met hun moeder, die Indiase wortels heeft, in het huis van een overleden oma wonen. Vader is niet in beeld, en maar goed ook, want die heeft volgens moeder haar leven verziekt.
De onderlinge verstandhouding tussen de zussen is moeilijk in te schatten; die is liefdevol, maar September is zonder meer dominant. In hun chaotische universum lijkt maar één regel van kracht: zodra September zegt ‘September says’, doet July alles wat haar oudere zus haar opdraagt. Ze krast de naam ‘September’ in het raam, ze eet een pot mayonaise leeg, en ze verminkt zichzelf. Als ze het geluid van de televisie uitzetten, maakt July met allerlei klanken een eigen soundtrack bij het programma.
Terrarium met regenwormen
Er zijn tal van andere eigenaardigheden: September die een paardenstaart in de klas afknipt bij een medeleerlinge. July draagt een terrarium bij zich waarin ze regenwormen kweekt, maar dat dient verder geen enkel doel. July neemt zo gulzig melk tot zich dat het over de grond heen gutst en eieren vallen stuk uit de koelkast, terwijl we via crosscutting zien dat moeder in de supermarkt melk koopt en daarna ook nog eieren. September Says bestaat eerder uit een reeks voorvallen, meer dan dat er een duidelijke narratieve lijn in zit. Het gezin is totaal ongeremd, en afgaande op het kroegbezoek van de moeder lijkt de totale eigenzinnigheid in haar genen te zitten.
Labeds film lijkt de andere kant van dezelfde medaille als Dogtooth. In die film had de vader de rol van autoriteit opgeëist: hij had een microkosmos geschapen met regels en hij verwachtte vervolgens dat ieder gezinslid bereid was zich daar naar te voegen. De vader dicteerde, maar hij was ook wat grillig: er zat geen vaste structuur in de door hem afgedwongen orde. Bij het vaderloze gezin in Labeds film heerst een nog grotere mate aan willekeur en wordt er steeds impulsief gereageerd. Zelfs die ene afspraak omtrent ‘September Says’ kent geen systeem. September roept dat soms zomaar in het wilde weg en verzint dan ter plekke een opdracht. Er steekt geen achterliggende gedachte achter.
In een interview met Filmkrant stelde Labed dat de zussen hun eigen variant op de werkelijkheid scheppen om te kunnen omgaan met een voor hen ‘onvatbare realiteit’. Die eigen variant dient als buffer tegen de pesterijen, die het gevolg zijn van het feit dat de buitenwereld hen als zonderling beziet. Maar soms groeit ook een kloof tussen de zussen, zeker nadat September gekrenkt is als de jongere July een seksuele ervaring heeft beleefd.
Daisies
De charme van September Says schuilt vooral in een anarchistische vrijheid, die nog het meest doet denken aan de befaamde Tsjechische cultfilm Daisies (Vera Chytilova, 1966), ook recent weer in roulatie gegaan. Chytilova’s film ontleende zijn kracht grotendeels aan zijn status als een politiek statement. In het toenmalige Tsjecho-Slowakije heerste net wat meer culturele vrijheid dan in andere communistische Oostbloklanden, en die ruimte werd door Chytilova ten volle opgerekt. Chytilova’s maffe invalshoek was een daad van politieke weerstand.
Labed portretteert met September Says een prettig gestoorde wereld, die misschien lijkt op die van Daisies, maar tegelijk is die veel minder urgent – simpelweg omdat de politieke omstandigheden anders zijn. Het verlangen om je te onttrekken aan regels, op één volstrekt arbitraire regel na, klinkt aantrekkelijk, zeker in een film waarin de rol van mannen marginaal is (zelfs een aardige jongen kan een terrarium naar zijn kop krijgen). Maar wrang genoeg gaat deze regelloosheid ook lijken op het hedendaagse Amerika, met als belangrijkste verschil dat achter de ontwikkelingen aldaar een vileine machtshonger schuilgaat.
Via September Says ben je geneigd om de Amerikaanse politiek te typeren als een Donald Says (of Elon Says and Donald Signs). Wat Labeds film vóór heeft op de dwingelandij in Amerika, is dat terwijl Donald zich op de borst klopt omdat hij zo’n ‘dealmaker’ denkt te zijn, September Says geen enkele agenda heeft. Labeds film schetst een arbitraire wereld waarin woorden niet wezenlijker zijn dan onpeilbare lichaamsbewegingen, klanken en fluittonen.