Afgelopen donderdag was er in Brebl een avond over de toekomst van het Honigcomplex, georganiseerd door D66 Nijmegen. Tijdens de drukbezochte bijeenkomst gaven diverse sprekers hun visie op het gebied. Bij Ugenda hebben we al vaker aandacht besteed aan de Honig, dus alle reden om deze avond bij te wonen.
De bijeenkomst is door D66 bestempeld als een stadsgesprek en duidelijk niet als een discussie. Acht sprekers mogen hun standpunt op de ontwikkeling van het Waalfront en specifiek het Honigcomplex geven. De gemeente heeft al vijftien jaar plannen om in het gebied tussen de Hezelpoort en de Oversteek de oude industrie te vervangen voor woningbouw. Dit zou samen met het Bouwfonds (tegenwoordig BPD) uitgevoerd worden. In dit plan, Koers West, staat onder meer dat het Honigcomplex plat moet. Echter, door de crisis van 2008 loopt het project vertraging op en besluit men in 2013 het complex tijdelijk, voor een periode van acht jaar, te verhuren aan ondernemers.
Volgens hoogleraar economische geografie, Ed Nozeman, is de situatie in Nijmegen niet uniek. Veel steden worstelen sinds 2008 met de bestemming van oude industriële terreinen. Dit leidt op veel plaatsen tot vergelijkbare initiatieven, zoals in Amsterdam Noord. Nijmegen is in zoverre uniek, dat het helemaal zonder subsidie is opgezet. De kosten die de gemeente heeft aan het complex worden via huur weer terugverdiend.
Bouwen
Voor Tjakko Smit, directeur Ontwikkelingsbedrijf Waalfront, is het duidelijk dat de Honig in zijn huidige vorm zeker niet zal blijven bestaan. Met name het lelijke golfplatengedeelte, daar waar nu onder andere de Kube zit, past niet binnen de stedenbouwkundige visie en zal over tweeënhalf jaar al tegen de vlakte gaan. Mocht er een deel van de Honig wel blijven, dan zal er geïnvesteerd moeten worden in het gebouw, want er is veel groot onderhoud nodig. Dat betekent wel dat de huren omhoog moeten en dat niet alle huidige ondernemers kunnen blijven.
Voor BPD is het Honigcomplex, zoals het nu is, wel een mooi verkoopargument voor de huizen die nu gebouwd worden in Koningsdaal.
Ondernemers
Arie Jan Bijl is de eerste kwartiermaker van het Honigcomplex. In 2013 helpt hij met de 'placemaking' en geeft hij creatieve jonge ondernemers een kans hier een bedrijf op te bouwen. Hij had het niet verwacht dat het zo snel zou gaan, maar het initiatief blijkt dankzij de kracht van het collectief een groot succes. Volgens Bijl moet dit collectief van ondernemers zeker in gesprek gaan met het ontwikkelingsbedrijf.
Hij pareert de kritiek die er vanuit andere plekken is, zoals bijvoorbeeld verwoord door Maarten Mulder, vertegenwoordiger van de ondernemers van de Binnenstad. Er wordt vaak geroepen dat het bij de Honig allemaal erg makkelijk en goedkoop is en dit oneerlijke concurrentie oplevert. Bijl benadrukt dat iedere ondernemer een gedegen businessplan moet hebben en veel kosten moet maken om in de kale fabrieksruimtes in te richten.
Andere aspecten
We zijn gauw geneigd om bij de Honig te denken in termen van bouwen versus ondernemen. Interessant aan de avond is dat er ook andere aspecten aan bod komen. Piet Timmermans, voorzitter Cultuurhistorisch Platform Rijk van Nijmegen, legt de nadruk op de cultuurhistorische waarde van het gebied: in West is er een grote Romeinse historie en er moet bij de bouw rekening gehouden worden met het oude industriële karakter van het gebied.
Ruud de Vries, voorzitter Wijkraad Waterkwartier, hoopt dat er bij de plannen rekening gehouden wordt met de oorspronkelijke bewoners van het Waterkwartier en de Biezen. Hij is vooral voor een samenwerking tussen oud en nieuw. Volgens hem ontbreekt het nog te veel aan die samenwerking en zouden zeker ook de huidige Honig-ondernemers daar meer aan kunnen doen. Zij richten zich te weinig op de wijk en maken zelf ook weinig gebruik van de voorzieningen in de wijk.
Over het algemeen is iedereen het erover eens dat het Honigcomplex een aanwinst is voor Nijmegen en een positieve bijdrage levert aan het imago van de stad. Er moet nagedacht worden over hoe we als stad in de toekomst een dergelijk ondernemersklimaat kunnen behouden. Of dit bij een afgeslankte Honig is of eventueel op andere plek, zoals misschien het Nimma-terrein tegenover de Vasim, is nog de vraag.
Debat
De avond in zijn geheel is (nog) geen debat, maar legt vooral de uiteenlopende kanten van het verhaal bloot. Er zijn nog veel onbeantwoorde vragen, zoals: wat kost het Honigcomplex de gemeente? Die vraag komt vaak terug. Er wordt weliswaar een paar keer een bedrag van zeventig miljoen genoemd voor de ontwikkeling van West, maar wat dat bedrag precies inhoudt? Niemand die het lijkt te weten. De wethouder zelf is al vertrokken als deze vragen naar boven komen.
D66 kondigt aan alle dilemma's op een rijtje te zetten en hierover een notitie te schrijven. Ook heeft ze nog verschillende vragen openstaan bij het college. Hierna kan er pas echt een debat ontstaan over de toekomst van het - of een - Honigcomplex.
