Opgroeien met Leprous in Doornroosje

Leprous bestaat alweer twintig jaar, en dat is reden voor een feestje. De Noorse progressivemetalband gaf zondag een concert waarbij hoogtepunten uit z’n hele oeuvre de revue passeerden. Een ideale gelegenheid voor fans van het eerste uur om herinneringen op te halen.
Of voor nieuwelingen om voor het eerst met Leprous bekend te raken. Maar dat is een puur theoretische overweging natuurlijk, want wie gaat er in hemelsnaam nou naar een concert van een band die hij helemaal niet kent?
Nou, ik.
Jammen als een beest
Maar voordat Leprous losbarst, speelt het eveneens Noorse Aiming for Enrike de pannen van Doornroosje. De band telt slechts twee leden, maar weet desondanks een muur van geluid te produceren. Loopende gitarist Simen Følstad Nilsen wisselt catchy motiefjes af met loodzware soundscapes en drummer Tobias Ørnes Andersen – de ex-drummer van de hoofdact, overigens – jamt daar als een beest overheen.
Het resultaat klinkt zowel overweldigend als hypergefocust, alsof je tegelijkertijd dronken bent en stijf staat van de caffeïne. Aiming for Enrikes laatste plaat heet Music for Working Out – en ja, ik zie mezelf hierop wel in het zweet werken.
Piepjong
Dan: dromerige zang, pianotonen, een cello. Geprojecteerd op de achtergrond zien we een piepjonge Leprous met geschminkte gezichten à la Kiss, hun eerste optreden geven, voordat er een bak met herrie losbarst. Jeetjemineetje! In hun vroege werk – de band werkt z’n discografie chronologisch door – overheersen de grunts, zware riffs en het kneiterharde drumwerk.
Leprous © Jessica Santiago Lopez
Maar een plotselinge afslag naar een meer melodischer Leprous is nooit ver weg. Het is een contrast dat sprekend is voor hun muziek. Want die kan elk moment een totaal andere kant op gaan, meerdere malen binnen één nummer zelfs. “De liedjes die we nu gaan spelen zijn vooral heel erg lang”, merkt zanger en toetsenist Einar Solberg op een gegeven moment droogjes op. “Pas later leerden we hoe we niet vijftien nummers in één moesten proppen.” Het is haast alsof de band zich een beetje geneert voor het oudere materiaal. Maar dat hoeft totaal niet, want het klinkt moddervet.
Poppy
Naarmate de avond vordert, wordt Leprous wat poppy’er. De grunts verdwijnen, om veelvuldig plaats te maken voor Solbergs indrukwekkende falsetto. En het woeste drumwerk van Baard Kolstad, in het begin regelmatig bijgestaan door Andersen, wordt wat verfijnder, maar daarom niet minder technisch. Het volume blijft overigens op hetzelfde niveau.
Als de band uiteindelijk bij het laatste album aankomt, bekent droogkloot Solberg eigenlijk wel moe te zijn. Twintig jaar zo hard spelen heeft zijn tol geëist, blijkt. De grunts komen nog één keer terug voor een nummer dat in samenwerking met de fans is geschreven. Dat klinkt leuk, zegt Solberg, maar het betekent eigenlijk alleen maar dat de band een stel shitty parameters kreeg waarbinnen hij moest opereren. De man heeft een apart gevoel voor humor.
Of: misschien willen de fans niet dat Leprous opgroeit. Maar dat heeft de band wel gedaan. En met de jaren kwam een even strakke als afwisselende show van een ervaren band. Schmink hebben ze niet meer nodig.
-
WaarDoornroosje

Karl van Heijster
Schrijver, filosoof, grapjas: Karl van Heijster is het allemaal een beetje.