Uitgaan? Slecht voor jou
Hoeveel zullen het er zijn in onze stad? Jongeren tussen 14 en 18 jaar? Een paar duizend? Meer dan tienduizend? De cijfers moeten bij de Burgerlijke Stand makkelijk te vinden zijn. En al die jongeren sluiten we uit van het uitgaansleven.
Al die jongeren? Nee, natuurlijk niet. Er zijn genoeg jongeren die veel genoegen beleven aan hun sporten en hun hobby’s en daar veel te druk mee zijn om uit te gaan. En je hebt – om hieronder uit te leggen redenen meer en meer – ook veel jongeren die nooit de deur uitgaan en op donderdagavond en in het weekeinde hun heil zoeken achter de schermen en schermpjes waar ze al de hele week te veel tijd aan hebben besteed. En oké, je kunt ook naar een concert gaan. Moet je een meestal duur kaartje kopen en de muziek moet je liggen.
Ingewikkelde constructies
Maar ga als 16-jarige knul of meid maar eens uit, tegenwoordig. Gewoon naar de kroeg, een barretje of een danstent. Dat lukt bijna niet. Of het moet op van die speciaal georganiseerde feesten zijn, in zo’n jeugddisco in Groesbeek of op een vaag 'hockeyfeest' in de stad. Want verder, dames en heren, zwerft onze uitgaande jeugd tegenwoordig op straat. Op de leeftijd waarop u en ik leerden wat dat was: je vermaken op een dansvloer, met schoolvrienden en -vriendinnen elkaar tegenkomen in de stad met een beetje geld op zak en buiten het zicht van ouders en school leren met elkaar omgaan. Opwindender en spannender werd uitgaan daarna nooit meer.
Op die leeftijd dus kom je het leeuwendeel van onze uitgaansgelegenheden in het centrum niet meer in. Reden? De minimumleeftijd voor alcoholverstrekking. Die ligt, zoals bekend, op 18 jaar. En veel horeca-uitbaters hebben geen zin in ingewikkelde constructies met polsbandjes voor drinkers en niet-drinkers en denken dat dit ook weinig helpt. Wat bewezen wordt door de voornoemde feestlocaties, waar op de bedoelde jongerenavonden de kinderen zwalkend en kotsend over straat lopen en de ambulances meestal al gereed staan voor de acute comazuipgevallen.
Neem dat risico maar eens, dat een 13-jarig gastje bij jou in de zaak te veel wodka achteroverslaat en dan buiten akelig van zijn fiets valt en het leven laat. Dan kun je de zaak wel opdoeken. Dus kiezen de nobele uitbaters van de horecaetablissementen van onze stad voor massale leeftijdsdiscriminatie, te handhaven via een streng deurbeleid. U en ik komen dus niet meer zomaar een kroeg in ’s avonds, maar passeren eerst een portier. Wat mij met mijn ouwe kop dus moeiteloos lukt, maar mijn kinderen in de scholierenleeftijd dus niet.
Onguur volk
Dus wat krijg je? Ten eerste een wapenwedloop van valse ID’s. Ten tweede grote groepen over straat schuimende pubers, op zoek naar een aardige portier, een moment van onoplettendheid, een brede rug om achter binnen te glippen. Ten derde vriendengroepen die bij het uitgaan uit elkaar worden gerukt. Allemaal tegelijk proberen ergens binnen te komen is stom, met al die jonge smoelwerkjes. Dus je split. Dus lukt het sommige vrienden wel en sommige niet om een bepaalde kroeg binnen te komen. En als het je niet lukt, wat doe je dan? In de snackbar hangen. Op een pleintje zitten. Naar het Waalstrandje slenteren. Waar zich, hoe later in de avond hoe erger, ook allerlei onguur dealer- en zwerversvolk ophoudt.
Wat wij onze jeugd leren is: uitgaan is goed, maar niet voor jullie. Ga maar – op de leeftijd waarop vrienden maken, samen dansen, eerste liefdes, eerste ruzies het allerbelangrijkst zijn – ga in die tijd maar even wat anders doen, want wij willen kunnen drinken.
Druk volk en het verteert niet
Dat is natuurlijk de andere kant van de zaak. Scholieren hebben niet veel geld. En al hadden ze het: hoeveel kun je vragen voor een colaatje en hoeveel colaatjes blieft een scholier op een avond? Kortom: het rendeert niet om de tap van je bar te sluiten en scholieren binnen te laten. Het is druk volk dat veel herrie maakt en oudere mensen wegjaagt en het verteert niet. Waar is de business?
Gemeente, doe iets!
Als ergens geen business is en er is wel een maatschappelijke noodzaak, dan zou je van de overheid iets mogen verwachten. Stel: we nemen een of ander leegstaand winkelpand in het centrum. We slopen daar bijna alles uit. We geven het in handen van een aantal ambtenaren, die we in de goede oude tijd misschien wel jongerenwerker genoemd zouden hebben, we maken een podium en zetten er een dj op. Vooruit: misschien organiseren we ook nog een paar leuke dingen: optredens, contesten, iets met TikTok, iets met Insta, maar vooral niet te veel. Laat ze het lekker zelf uitzoeken. Terwijl ik het opschrijf denk ik: ik beschrijf een jeugdhonk in een buurthuis. Ja, zulke dingen hadden we, een paar decennia geleden. Maar dan groter, moderner, stedelijker, een leuke plek om uit te gaan. Met zonder alcohol. Punt. Gewoon niet. Ik denk dat zo’n puberhol later van uiterst belang voor het weefsel van onze maatschappij zal blijken. Wie begint er iets?