Ja, een bandje trekt volk

We hadden het onze ‘vrienden-van-buiten-de-stad’ nog zo gezegd: het wordt HEEL ERG DRUK bij dat bandje dat jullie willen kijken. En dat werd het dus ook. Hoezo zou je als horecaondernemer tegenwoordig geen volk meer trekken met livemuziek? De mensen hingen met de benen buiten.
Ja, er komen dus nieuwe initiatieven aan. Doornroosje, Luxor Live Arnhem en het Apeldoornse Gigant gaan samenwerken om ‘talent’ op alle niveaus verder te helpen. En Doornroosje en de pioniers van De Basis willen een select groepje cafébazen gaan proberen te overtuigen dat het kan werken als je onder het motto ‘Meters Maken’ op een vaste dag in de maand een bandje programmeert.
Er zijn dus organisaties bezig om te proberen bandjes een podium te bieden. Want cafébazen zien er geen brood meer in, is het verhaal. Dus zijn er te weinig podia voor beginnende bandjes. En dat komt dus allemaal omdat er geen mens meer op een bandje afkomt.
„Onbegrijpelijk druk
zou het worden”
Dus… onze ‘vrienden-van-buiten-de-stad’ wilden naar een coverbandje. Uit Rotterdam, godbetert. Kansloos, toch? En dat speelde in een kroegje. Of we meegingen. Wij checken: dat bandje was dus geprogrammeerd in het Tribute in Oost-festival dat een paar kroegen in Nijmegen-Oost hadden opgezet. Doen ze vaker, die kroegen. De Troost van Oost organiseren ze, en rond Pasen Easter Jazz. En nog een paar van die evenementen.
Dus wij wisten wel: daar gaan wij normaal gesproken dus niet heen. Waarom niet? Omdat het dan dus zo ONBEGRIJPELIJK DRUK is, dat wij dat niet leuk meer vinden. Wij zijn dus niet van die mensen die het gezellig vinden in een moshpit en ook niet per se met spitsuur in de metro van Tokio willen reizen. Want daar moet je het dus mee vergelijken: of het nu om levensliederen, coverbands of jazzartiesten gaat: noem het ‘festival’, kondig het een beetje breed aan en je moet na een uurtje mensen gaan tegenhouden bij de deur: één erin, één eruit, en dan nog…
„Handen niet
op intieme delen
laten rusten”
Dat was dus nu ook zo. Onze ‘vrienden-van-buiten-de-stad’ vonden een goede plek, in de rug gedekt, zo’n beetje op de tenen van de band. Als ze heel rustig bleven staan, konden ze ongestoord genieten. Wij dreven een beetje weg in het publiek, ergens tussen de deur en de bar. Dan sta je dus de hele tijd mensen door te laten die zich nog tussen de ruggen durven te wringen, en ondertussen te proberen niet op tenen te staan, je handen niet op intieme delen van anderen te laten rusten en je persoonlijke ruimte te verdedigen tegen ellebogen, schouderbladen en andere uitstekende delen.
Nog wat gedronken? Nee dus. Je bent blij dat je een paar vierkante centimeters inneemt en die verdedigen kunt. Het is je ‘last stand’, daarvan ga je niet wijken en zeker niet verlaten op onzeker avontuur richting tapkraan…
„Meer liters
bieromzet”
Ze kunnen het slimmer aanpakken, die kroegen met hun bandjesfestivals. Een betere telling bij de deur. Een fatsoenlijke plek om je jas achter te laten. Drankdistributieplekken op meerdere plaatsen in en - wat dacht je daarvan? - buiten de kroeg. Dat kost wat, maar het levert je heel wat meer liters omzet op… Wij waren na driekwartier weer weg, onze ‘vrienden-van-buiten-de-stad’ hielden het net iets langer vol, tot na de pauze. Ook niks gedronken… Wat ik wil zeggen is als eerste: als je een feest geeft en je weet dat het druk wordt, organiseer het dan zo dat iedereen er maximaal van kan genieten.
„Misschien niet
‘zomaar’ een bandje
laten spelen”
Wat ik wil zeggen is als tweede: iedere horecaondernemer die denkt dat een bandje geen publiek trekt, heeft er niets van begrepen en het niet goed geprobeerd. Want de mensen zijn dól op livemuziek. Moet je zien wat voor ontberingen ze bereid zijn te ondergaan! Misschien is ‘zomaar’ een bandje laten spelen niet het beste wat je kunt doen. Verzin er wat omheen: een thema bijvoorbeeld, met drankjes, hapjes, dichters en schilders. Of werk samen met andere kroegen in een festival. Kondig het met fantasie aan en je zult zien: de mensen stromen toe en ontdekken hoe tof je bent. Meer kun je niet willen als ondernemer. Nog maanden plezier van.
Overigens: de Spiders From Mars is een uit-ste-kende Bowie-coverband. Ze moeten oppassen met hun naam, die wel heel erg lijkt op die van de originele The Spiders From Mars. De zanger lijkt voor geen meter op David Bowie, maar hij klinkt wel heel erg als zijn voorbeeld. Waarvan kond.