Skip to main content
Storytelling Festival Nijmegen 2025, are you ready to celebrate your story?

Storytelling Festival Nijmegen 2025, are you ready to celebrate your story?

Praatfilms: bloemrijk versus leeg

| Peter Verstraten | Column
Praatfilms: bloemrijk versus leeg

Wordt er in een dit jaar verschenen film meer gepraat dan in Drømmer (Dreams) van Dag Johan Haugerud? Als u het Noors niet machtig bent, bereidt u zich erop voor dat u veel ondertitels moet lezen. In het eerste deel horen we overwegend de voice-over van de 17-jarige scholiere Johanne, die uitvoerig verslag doet van haar verliefdheid op bijna naamgenoot Johanna, de nieuwe docente Frans en Noors. Voor de een is zo’n literaire film, nu te zien in LUX, misschien vermoeiend, maar ik vond het fascinerend, ‘en wel hierom’, om met ‘krities’ AVRO-lid Cor van der Laak (typetje van Kees van Kooten) te spreken.

Als ze aan bed gekluisterd zit, pakt Johanne lukraak een boek uit de kast van haar oma: L’esprit de famille (de auteur wordt niet genoemd, maar ik vermoed dat het de roman van Janine Boissard betreft uit 1977). De 16-jarige Pauline wordt verliefd op haar 40-jarige oom, maar meer nog dan door de seksscène wordt Johanne geraakt door de passage waarin de oom haar sjaal drie keer om Paulines nek slaat. Dit gebaar van tederheid brengt een voor haar onbekende tinteling teweeg die na verloop van tijd wegebt. Deze intense sensatie overvalt haar echter opnieuw zodra Johanna voor het eerst de klas betreedt.

Johanne voegt zich in de traditie van Gustave Flauberts canonieke roman Madame Bovary (1857). Emma Bovary raakt zo in de ban van de sentimentele lectuur die ze leest dat ze zelf de beschreven passie in het echte leven wil ervaren, maar geen enkele van haar minnaars weet de belofte van romantiek waar te maken. Terwijl Emma meent dat iedere man binnen haar bereik ligt, is Johanne ervan doordrongen dat een relatie met Johanna schier onmogelijk is. Dit besef laat onverlet dat ze de aanwezigheid van haar docente door haar hele lichaam voelt. Als ze al maar een glimp van Johanna opvangt, is haar dag goed. Ze fantaseert dat haar docente haar leuker vindt dan de andere leerlingen, omdat Johanne zo goed is in Frans. En het fascineert haar mateloos dat Johanna wollen truien op haar blote huid draagt.

Shot van dichte deur

De scholiere is talig onderlegd, maar niettemin schiet taal te kort om haar tintelingen adequaat over te dragen – vooral ook omdat haar gevoelens soms met elkaar in conflict raken. Ze spreekt met een omhaal van woorden, en dan is het nog steeds de vraag of het afdoende helder is wat Johanne precies heeft ervaren. Als ze over Johanna droomt, dan zien we daar geen visualisering van, we horen enkel haar beschrijving, alsof de droom zich aan een correcte verbeelding onttrekt.Dr mmer st 4 jpg sd low

Als ze het adres van Johanna online heeft achterhaald, waagt ze het erop en staat voor haar deur. Als Johanna opendoet, geeft ze haar leerlinge een omhelzing, waarna de deur dicht gaat. De camera zoomt in op de dichte deur, secondenlang! Aan het eind van het shot vertelt Johanne dat ze een jaar verder zijn en dat alles inmiddels achter de rug is – het was pijnlijk en het was prachtig. Omdat herinneringen vervormen, wil ze haar negen bezoeken aan het appartement boekstaven. Haar USB-stick met haar 95 pagina’s tekst beschouwt ze als haar dierbaarste bezit.

De twee andere delen van Haugeruds trilogie, Sex en Love, zijn al in LUX te zien geweest (en besproken op Ugenda). Daarin verspreiden de vele gesprekken zich over meerdere personages, terwijl Drømmer, eigenlijk het tweede deel van de trilogie, gestructureerd is rondom de gevoelens van Johanne. Over Sex oordeelde ik dat ik het gepraat soms wat te oeverloos vond, maar hoewel er in Drømmer nog meer wordt geconverseerd, is elk gesprek functioneel.

Dubbelzinnigheid

Johanne voelt zich eenzaam met haar geheim en krijgt behoefte aan een lezer, aan iemand met wie ze haar dromerij kan delen. Omdat haar dichtende oma ruimdenkender is dan haar moeder, wordt oma de uitverkoren lezer, maar die stelt na lezing van de tekst dat ze het niet kan verzwijgen voor haar dochter, Johannes moeder. En vanaf dat punt gaan de complicaties toenemen: Als dit echt gebeurd is, moet er dan aangifte gedaan worden? vraagt moeder zich af. Oma, daarentegen, meent dat de tekst gebruik maakt van de literaire techniek van dubbelzinnigheid: die laat ruimte aan de lezer om zelf in te vullen wat waar en wat dromerij is. Zelfs de meer grafische beschrijvingen kunnen met verbeelding geladen zijn. Oma meent zelfs dat Johannes beleving – hoe particulier ook – als boek zou moeten worden uitgegeven, omdat ze vermoedt dat het goed zal vallen bij een grote schare lezers.

Vanaf dit punt, op zo’n half uur in Drømmer, raken verwikkelingen in een stroomversnelling, maar dat moet u vooral zelf gaan zien. Laat me enkel nog wat treffende observaties uitlichten, zoals Johanna die stelt dat verliefdheid egocentrisch is: Je bestaat als liefdesobject enkel in de gedaante zoals de ander je ziet. Of deze: toen haar woorden nog enkel op haar USB-stick stond waren de beschreven gevoelens speciaal voor Johanne, maar eenmaal met de buitenwereld gedeeld zijn ze gewoon geworden. En aan het slot verklaart Johanne: ‘Ik weet hoe liefde voelt, ik weet niet hoe het eruit ziet’. Als ze zou weten hoe liefde eruit ziet, had volstaan kunnen worden met één raak beeld, maar om duidelijk te maken hoe liefde ‘voelt’, dat is een heel ander chapiter, en daarvan legt Drømmer in 111 minuten rekenschap af.Dr mmer st 1 jpg sd low

Jay Kelly

In zekere zin is Jay Kelly van Noah Baumbach ook een praatfilm, maar beduidend minder effectief: hier klinken woorden al snel als te veel. Baumbachs film opent met een motto van de dichteres Sylvia Plath: ‘It’s a hell of a responsibility to be yourself. It’s much easier to be somebody else or nobody at all.’ De keus voor deze zinspreuk is tamelijk potsierlijk of je moet die strikt ironisch opvatten. Plath kampte immers met mentale strubbelingen, waaronder een bipolaire stoornis, en pleegde op haar dertigste zelfmoord. Jay Kelly’s bestaan, daarentegen, is leeg in zijn lichtvoetigheid.

Kelly (een rol van George Clooney) is een gevierde steracteur, die zo druk is geweest met zijn carrière dat hij nagenoeg geen tijd heeft gehad voor neerslachtigheid. maar nu hij op zijn zestigste óf een pauze wil inlassen óf misschien zelfs gaat stoppen, typeert een vroegere rivaal hem als een ‘empty vessel’. Deze Timothy beschuldigt hem ervan zijn leven gestolen te hebben, want toen ze jong waren, pikte Jay een cruciale rol in. Door de ontmoeting, waarbij klappen vallen, lijkt zich plots een existentiële vraag op te dringen aan Jay: Wie ben ik eigenlijk? Ben ik inderdaad een ‘hol vat’? Naar eigen zeggen heeft hij immer een ‘method light’ aanpak gehanteerd: steeds stapte hij weer in en uit een andere rol zonder ooit volledig in zijn personage te transformeren.

Eenrichtingsverkeer

Hij realiseert zich dat hij met niemand een hechte relatie heeft opgebouwd en zijn dochters – de jongste is 18 – geven aan dat ze geen behoefte hebben aan contact met een vader die in cruciale periodes afwezig is geweest. De mensen in zijn entourage voegen zich altijd naar zijn grillige wensenpakket, maar de band is eenrichtingsverkeer. Zijn manager Ron is hem het meest trouw, maar kan iemand die 15% van zijn inkomen incasseert als gage, een echte vriend zijn?Jay Kelly st 2 jpg sd low Copyright 2025 WW Entertainment

Als Jay met zijn staf in een volle treincoupé in Frankrijk terecht komt, is dat voor hem een belevenis. Hij maakt iets substantieels mee en hij is nu eindelijk onder ‘mensen’. Zo merkt hij op: hoe kon ik ooit mensen spelen als ik nooit mensen zie. Hij heeft als veelgevraagd acteur zo’n afgeschermd leven dat al zijn herinneringen enkel uit films bestaan.

In feite is de openingsscène die uit een zeer lange take bestaat exemplarisch. De camera doolt rond op de set van de film Eight Men From Now (maar of dit een verwijzing is naar Budd Boettichers western 7 Men From Now uit 1956 waag ik te betwijfelen). Kelly speelt een scène en daarna nog een keer omdat de hond te vroeg bij hem kwam. Maar de take gaat nog steeds door als er allang ‘cut’ is geroepen en de camera-in-de-film al gestopt is, waarmee gelijk wordt aangeduid dat de rollen die hij speelt als vanzelf verweven zijn met zijn echte leven.

Doeners versus denkers

In een sterk artikel in Filmkrant stelt Roosje van der Kamp dat Baumbachs oeuvre zich kenmerkt door een onderscheid tussen denkers en doeners. Als je dat op Jay Kelly betrekt, dan is de acteur altijd een doener geweest die zich bij aanvang van de film geleidelijk als een denker wil ontpoppen. Aanvankelijk wijst hij het aanbod tot een ‘tribute’ op een Toscaans filmfestival tamelijk blasé af, want zo’n huldeblijk geldt doorgaans inactieve mensen. Vlak daarop omarmt hij het idee van een eerbetoon alsnog. Nu hij gaat terugkijken op zijn carrière, onderstreept dat zijn nieuwe status als ‘denker’. Als er op internet het bericht rondgaat dat hij op weg naar Toscane een heldendaad heeft verricht door een tasjesdief in de kraag te vatten, haast hij zich om zijn aandeel te bagatelliseren. Hij is geen heldhaftige ‘doener’; hij is eerder een ‘cockerspaniel in de Serengeti’ (een savanne in Afrika).

Kelly wil misschien graag een denker zijn, maar hij komt nooit tot beklijvende gedachten. Elke keer dringen zich opnames aan hem op uit het verleden, zoals een nepseksscène met Daphne, waarbij hij aan de regisseur voorstelt die nog eens over te doen. Ja, misschien is Kelly een hol vat, maar het probleem is dat Baumbachs film zelf ook nooit meer dan een ‘hol vat’ wordt. Veelzeggend detail is het kleine rolletje van Ferdi Stofmeel in de Franse trein als in oranje tenue gestoken Nederlandse wielertoerist, die lukraak uitroept: ‘Als er geen God bestaat, dan is het leven absurd.’ Dit idee van Albert Camus fungeert als een loze kreet en heeft geen onderbouwd verband met de film zelf. Dat is ook de makke van de manier waarop het motto van Plath wordt aangehaald: het klinkt interessant, maar de enige functie lijkt om te verbloemen hoe leeg de film in wezen is.Jay Kelly st 6 jpg sd low Copyright 2025 WW Entertainment 1

Tussen met name 1940 en 1955 zijn er grandioze films gemaakt over acteurs in de filmindustrie: Sullivan’s Travels van Preston Sturges, All About Eve van Joseph L. Mankiewicz, Sunset Boulevard van Billy Wilder, Singin’ in the Rain van Stanley Donen en Gene Kelly, The Bad and the Beautiful van Vincente Minnelli en The Big Knife van Robert Aldrich. Misschien waren The Player (Robert Altman, 1992) en Mulholland Drive (David Lynch, 2001) passende slotakkoorden voor dit type cinema. Jay Kelly steekt simpelweg te bleekjes af tegen deze titels, en dat is vooral zo’n tegenvaller omdat Baumbach in het verleden heus een paar scherpe, en vermakelijke, films heeft gemaakt, zoals The Squid and the Whale (2005), Frances Ha (2012), Marriage Story (2019) en misschien toch stiekem mijn favoriet in zijn oeuvre, While We’re Young (2014).

Er zat per ongeluk toch nog één goed idee in Jay Kelly. Een vrouw zegt pardoes: ‘Jay Kelly for president,’ als hij zijn tickets afstaat aan het gezelschap van een collega-acteur. Jay Kelly for president? Zou George Clooney zich niet kandidaat moeten stellen voor de Amerikaanse presidentsverkiezingen namens de Democraten? Hij zal het geheid beter doen dan de zittende president, want van hem weten we zeker dat hij een hol vat is.


Deel dit artikel