Skip to main content
Vacature redactiecoördinator

Vacature redactiecoördinator

Stukje Parijs – Hardop dromen over film

| Peter Verstraten | Column
Stukje Parijs – Hardop dromen over film

Mag ik even hardop dromen? Ik was vorige maand in Parijs, in een bescheiden hotelletje in het Quartier Latin. In een straal van zo’n tien minuten wandelen bevonden zich maar liefst vier – ja, vier! – kleine filmtheaters. Alle vier de ciné-clubs hadden een identiek concept: twee zalen met een niet al te groot scherm, twee toiletten en één kassa. Dat was het. Je kon er geen drinken of versnaperingen kopen. Als je naar een film in zaal 2 wilde, dan moest je buiten, of onder een kleine overkapping in een rij staan wachten tot de bezoekers van de vorige voorstelling de zaal hadden verlaten. Vervolgens snel naar binnen, want de volgende film stond al bijna op het punt van beginnen, met hoogstens een trailer vooraf.

Van ongeveer een uur of twee in de middag tot bijna middernacht werden er vijf films vertoond, en wel uitsluitend klassiekers. Ik had eerst niet in de gaten dat La fureur de vivre de film Rebel without a Cause was (Nicholas Ray, 1955) met James Dean. À bout de course bleek Running on Empty te zijn (Sidney Lumet, 1987), met River Phoenix, net als Dean zo’n jong overleden charismatische acteur. Quand la ville dort was niet While the City Sleeps (Fritz Lang, 1956), wat ik aanvankelijk dacht, maar The Asphalt Jungle (John Huston, 1950), nou ja, ook goed. Voor de vertoning van Dario Argento’s Profondo Rosso (1975) had ik zonder dralen mijn dagplanning omgegooid; volgens mijn ticket ging ik trouwens naar Les frissons de l’angloisse. Ik ga hier niet verkondigen dat het storm liep bij de voorstellingen, maar de animo viel me zeker niet tegen. Vooral bij de director’s cut van Donnie Darko (Richard Kelly, 2004), die overigens twintig volstrekt overbodige minuten langer duurde dan de oorspronkelijke studioversie uit 2001, was het flink druk. De bezoekers waren van alle leeftijden, en het hielp natuurlijk dat het in het drukbevolkte Parijs met zijn vele toeristen was, maar toch.

Poster Profondo Rosso

Nu was het gevolg van mijn bezoek aan Profondo Rosso dat ik Blow-up (Michelangelo Antonioni, 1966) in een van de andere nabijgelegen filmtheaters moest missen. Maar de Fransen zijn goed in een eerbetoon aan hun sterren – denk aan de toespraak van president Macron in september 2021 bij het heengaan van acteur Jean-Paul Belmondo – en Blow-up stond op het programma als hommage aan Jane Birkin, de Brits-Franse zangeres en actrice die begin van de zomer op 76-jarige leeftijd was overleden. Ze heeft als krap negentienjarige een wat onbenullige en niet al te grote rol in Blow-up, want ze komt met een vriendin bedelen om gefotografeerd te worden door de hoofdpersoon. Het blijft bij wat rollebollen. Maar niet gezeurd, elke minieme aanleiding is goed genoeg om Blow-up te vertonen en bij terugkeer in Nederland bleek dat er tenminste één theater alhier hetzelfde idee had gehad: vanwege het aandeel van Birkin programmeerde KINO Rotterdam deze eerste Engelstalige film van Antonioni, zijn op dat moment twaalfde in totaal. Antonioni had de aandacht getrokken van MGM, nadat hij definitief naam had gemaakt met vier meesterwerken op een rij, die meer sfeer en burgerlijke verveling dan verhaal boden, met ongekend weelderige cinematografie. Blow-up was op de vroege zaterdagavond en om de reis naar Rotterdam niet om niet te maken, toch maar vooraf gereserveerd. Blij toe, want de zaal met 70 stoelen was zo goed als uitverkocht. Er was een enkele stoel leeg gebleven, maar dat betrof de enkeling die de reservering niet had opgehaald.Blow up twee posters

Ik heb geen nader ‘warenonderzoek’ gedaan. Wel kon ik inschatten dat het een gemêleerd publiek was, eerder jong dan oud, maar waren zij hier per toeval of waren zij ook daadwerkelijk bekend met de reputatie van de regisseur en met die van Blow-up? De film dankt zijn canonieke status aan het feit dat die de kijker in verwarring achterlaat na een eindscène met mimespelers die met de feitelijke plot weinig van doen heeft. Na bestudering van toevallig in een park geschoten foto’s heeft de hoofdpersoon namelijk het vermoeden dat hij een moord op het spoor is, maar door dit einde moeten we de optie openhouden dat het een hersenspinsel is geweest. Immers als de mimespelers een tenniswedstrijd kunnen nabootsen zonder rackets en bal, waarbij de hoofdpersoon uiteindelijk meegaat in het ‘spel’, dan kun je je ook een moordmysterie inbeelden zonder heuse moord. Of die strekking bij elke bezoeker was ingedaald, weet ik niet. Links naast mij zat een bezoeker die af en toe commentaar gaf bij de film en verrukt reageerde toen hij op een van de uitvergrote foto’s de contouren van een pistool in de struiken herkende: zie je, er is een misdrijf gepleegd, maar aan het eind was hij volledig stilgevallen.

Hoe je het ook wendt of keert, KINO programmeert een complexe klassieker en trekt er een volle zaal mee. Sinds KINO zich in oktober 2016 heeft gevestigd op een toen wat zieltogende plek, profileert het zich met een gedurfde programmering. Een tijdje terug vertoonde het filmtheater inspiratiebronnen van de controversiële Franse filmmaker Gaspar Noé bij de uitbreng van zijn Vortex (2022), zoals Angst (Gerald Kargl, 1983), Mishima (Paul Schrader, 1985) en The Hot Spot (Dennis Hopper, 1991). Naar aanleiding van Wes Andersons Asteroid City waren onder het kopje ‘What would Wes watch?’ onder meer Les quatre cents coups (François Truffaut, 1959), Harold and Maude (Hal Ashby, 1971) en Amarcord (Federico Fellini, 1973) te zien. Kan dat in Oost-Nederland ook niet? Kan er, in tijden van het gemak van DCP’s, niet met bijvoorbeeld KINO worden samengewerkt waarbij films worden uitgewisseld? Of zeg ik nu iets raars? Als ik echt hardop droom, halen we een stukje Parijs naar Nijmegen/Arnhem (vijf klassiekers in een zaal op een dag), maar anders ben ik – en vast menig filmliefhebber met mij – met een stukje Rotterdam ook al tevreden. En niet bij de eerste, misschien wat tegenvallende bezoekcijfers opgeven… laat het rijpen.

 

Getagd onder

Deel dit artikel