Lauwwarme tv of toch liever gratis (eindexamen)films?
Ik was ooit in Amsterdam uitgenodigd voor een diner omdat de echtgenoot van de hoofdgast een filmwetenschapper was, en men had gedacht dat het voor hem en voor mij leuk zou zijn om als cinefielen onder elkaar te kunnen spreken. Ter plekke bleek het een hoogst aangename verrassing te zijn. Het was niet zomaar een filmwetenschapper, want Dana Polan was een zeer vooraanstaande Amerikaanse academicus. Minder handig was dat hij nog liever dan over film de hele avond over televisieserie The Sopranos wilde spreken, en die kende ik toen in het geheel nog niet. Polan zou er later een invloedrijke studie aan wijden.
Voor mij markeerde dat diner het begin van wat buiten mijn weten al begonnen bleek: de hoogtijdagen van de televisieserie. De eerste aflevering van The Sopranos, van HBO, was op 10 januari 1999 en enkele weken geleden blikte recensent Mark Moorman in de Volkskrant terug op 25 jaar ‘piek-tv’ in het artikel ‘Kijkbuiskunst’. Persoonlijk kon ik nooit veel belangstelling voor series opbrengen. Paar afleveringen gezien van The Sopranos, paar van Breaking Bad, van The Wire, van True Detective, van Fargo, van Chernobyl. Ik zag indertijd wel Twin Peaks (en het hele derde seizoen op dvd). Dat is het wel zo’n beetje. Nooit Game of Thrones gezien – maar wel Dubrovnik bezocht, geliefde opnamelocatie van de serie.
Als ik tegen anderen zei dat ik was afgehaakt bij een serie was de reactie al snel iets in de trant van ‘maar vanaf aflevering 7 wordt het pas echt goed’. Tja, zou Martin Bril schrijven.
Te kleine speler
De strekking van Moormans artikel was dat na de laatste afleveringen van ‘kwaliteitsseries’ als Better Call Saul en Succession het verval definitief was ingezet, tenminste wat Amerikaanse televisieseries betreft. Hij is trouwens optimistischer over Scandinavische én ook over Nederlandse series vanwege recente successen als Oogappels, Mocro Maffia, Het jaar van Fortuyn, De Joodse Raad of Rampvlucht over de Bijlmerramp.
Er worden nog steeds veel Engelstalige series gemaakt, misschien wel meer dan ooit, maar door het overaanbod vormt geen enkele serie nog een gesprek van de dag, aldus Moorman. De beste series staan volgens hem op Apple TV Plus, maar dat is een te kleine speler. Series als Bridgerton, Stranger Things, Baby Reindeer en Squid Game behoren tot de populairste van de laatste jaren, maar dat danken zij enkel aan het feit dat ze te zien zijn via onbetwiste marktleider Netflix.
Gratis bespaartip
Televisiecritici spreken inmiddels over Mid Tv. Treffend citaat van James Poniewozik, aangehaald door Moorman: ‘Televisie is zo langzaam lauwwarm geworden dat u het wellicht nog niet in de gaten heeft.’ Gratis bespaartip: zeg uw Netflix-abonnement op. Het was een tip die ik overigens zelf van een buitenlandse acteur kreeg. Toen ik zei dat ik geen abonnement had, zei hij: ‘Heel goed, ik ook niet.’ In zijn geval een stukje merkwaardiger aangezien hij werk heeft gemaakt dat alleen maar via Netflix is te bekijken.
De raad om een Netflix-abonnement te beëindigen, klonk recentelijk ook in Eye, toen daar de samenwerking tussen het Filmmuseum en de Filmacademie werd beklonken om eindexamenfilms te vertonen op een online platform. Eye heeft namelijk al een flinke tijd een eigen streamingkanaal: Eye Film Player. Daar kun je veel films voor 3,50 euro naar keuze bekijken en sommige, meestal kortere films, zijn 2 euro, zoals het grandioze Marlon Brando (2020) van Nijmegenaar Vincent Tilanus die de film deels op het NSG draaide, zijn oude middelbare school. Maar er is ook een lijst met gratis films (!). Voor niets, nada, noppes, niente, dus.
Eindexamenfilms Filmacademie
Misschien geen heel erg uitvoerige lijst, maar wel een gevarieerde. Er staan vroege films uit het oeuvre van Frans Weisz op: Naakt over de schutting (1973), met een jonge Sylvia Kristel in haar eerste grote rol, maar De inbreker (1972) is desalniettemin nog beter, met autoachtervolging langs de Amsterdamse grachten. De twee beste Nederlandse speelfilms uit de jaren dertig zijn er te zien: Komedie om geld (1936) van Max Ophüls die, vanwege de opkomst van het nazisme Duitsland had verlaten, en Jonge harten (1936) van Charles Huguenot van der Linden, een zwierige film over vakantievierende jongelui op Texel. De laatste twintig minuten van Jonge harten zijn magistraal, een hoogtepunt in vooroorlogse visuele vertelkunst.
De eindexamenfilms die op Eye Film Player worden geüpload, zullen ook allemaal gratis te bekijken zijn. Op de juniavond in Eye werd dat ingeluid met de vertoning van drie afstudeerfilms. Groeten uit Zonnemaire (1972) van Digna Sinke was de eerste en Sinke had weinig opbeurende herinneringen aan haar op 16 mm gedraaide regiedebuut. Docenten hadden geen autoriteit en studenten hadden alles naar zichzelf toegetrokken, maar Sinke wilde er niet te veel over uitweiden waarom die zo democratisch klinkende aanpak geenszins rooskleurig was. Pas met projecten daarna begon ze regisseren als plezierig te ervaren.
De tweede afstudeerfilm was Lokroep (2013) van Reber Dosky over een Koerdische schaapherder in een piepklein dorpje in Oost-Turkije die met lede ogen moet toezien dat zijn zoon naar de grote stad hunkert. In Kropsdam is iedereen gelukkig (2016) van Joren Molter, met de Nijmeegse Stefanie Kolk als regieassistent, was de derde. Deze 24 minuten durende film beviel me eerlijk gezegd beter dan zijn langspeelfilmdebuut Zomervacht dat vorig jaar in LUX draaide op basis van het gelijknamige boek van Nijmegenaar Jaap Robben. Molter meldde enigszins verwonderd dat zijn op het Groningse platteland geschoten eindexamenfilm vooral weerklank vond in Azië.
Top drie
In Kropsdam is iedereen gelukkig oogt als een documentaire en heel veel shots zijn op grote afstand gefilmd van de personages. In het begin zien we Lammert relatief close in beeld, zorgzaam een van zijn duiven aaiend. We schakelen over naar een voorlichtingsavond over windmolens, en Lammert wordt het mikpunt van pesterijen nadat hij – als enige – van de enorme taart eet die door de firma GreenNow is aangeboden. De film is een schurende zwarte komedie, maar heel subtiel gedaan, juist doordat de camera niet beweegt en ons de scènes als een soort tableaux vivants toont. In de slotscène kijken de bewoners van Kropsdam, van grote afstand, naar de camera. Molter had dit gedaan, zo lichtte hij toe, om tot de kijker te laten doordringen dat als die tot de gemeenschap aldaar zou behoren die wellicht gewoon mee had gedaan aan het pestgedrag.
Voor zover ik de eindexamenfilms van de Filmacademie ken, zou dit mijn top drie zijn: op nummer drie De marionettenwereld (1993) van Elbert van Strien en op een gedeelde eerste plaats, De tranen van Maria Machita (1991) van oud-Nijmegenaar Paul Ruven, en Alaska (1989) van Mike van Diem, die met zijn afstudeerfilm een studenten-Oscar zou winnen. De tranen van Maria Machita werd indertijd geweldig onthaald in Cinemariënburg: alle bezoekers kregen een cassettebandje met daarop ‘Manuela’ van Jacques Herb, want Herb speelde een dubbelrol als vader en als minnaar van hoofdpersonage Maria, gespeeld door een tot dan toe onbekende Ellen ten Damme. De film van 42 minuten was geheel gezongen, en werd twee keer achter elkaar geprojecteerd, zodat je de tweede keer al zou kunnen meezingen.
De tranen van Maria Machita is te zien op YouTube:
Alaska
Maar van die drie staat vooralsnog alleen Alaska op Eye Film Player (gratis), en daar verklap ik niet te veel over. De film zit uiterst vernuftig in elkaar, en de uitgekiende opbouw vormt de basis voor het welslagen ervan. Er zijn drie hoofdpersonages en Willem Nijholt, die in Nijmegen naar de middelbare school ging, is er een van. Mike van Diem vertelde mij eens hoe hij Nijholt, toch een acteur met een grote reputatie, zover had gekregen dat hij mee wilde doen aan zijn afstudeerfilm.
Toen Van Diem een gesprek had met Nijholt, had hij met een paar vrienden afgesproken dat ze op gezette tijden zouden aanschuiven. Die vrienden waren door Van Diem zodanig geselecteerd dat Nijholt steeds zou denken ‘goh, dat is ook weer een leuke knul’. En dus zei Nijholt ten langen leste ‘ja’ tegen het verzoek van Van Diem om de echtgenoot te spelen. Wie weinig budget heeft, moet uitgekookt zijn.