2000: het jaar dat cultureel Nijmegen veranderde

Ugenda zag twintig jaar geleden, in het eerste jaar van het huidige millennium, het levenslicht. Voor veel jongeren is twintig jaar een heel leven. Zo vroeg onze jongste eindredacteur, Stijn Zunneberg, zich af hoe Nijmegen er vroeger uit zag. In twintig jaar is er veel veranderd en terugkijkend zou je kunnen stellen dat het jaar 2000 een kanteljaar was voor de cultuur in onze stad.
Ik neem je mee naar 1999, naar de tekentafel. Of, in het geval van Ugenda, naar de keukentafel, waar Godfried (nu eigenaar van Brebl) en ik de eerste schetsen maakten voor een online agenda. In die jaren begon internet gemeengoed te worden voor het grote publiek, maar je moest voor je internet verbinding maken via je vaste telefoonlijn en betalen per minuut. Nog geen drie jaar daarvoor had ik voor culturele studentenvereniging Diogenes mijn eerste website gebouwd die maar liefst 10 megabyte (!) groot was, mét samples van optredende bands. Geen social media, ook nog geen Hyves, geen YouTube, en van Google had nauwelijks iemand gehoord.
In die tijd bedachten wij aan die bewuste keukentafel dat het toch mogelijk moest zijn voor iedereen die iets cultureels organiseerde in Nijmegen, dit zelf aan te kondigen in een online agenda. Om dan als bijkomstigheid aan het einde van de maand op een knop te kunnen drukken, waarmee we óók een databestand zouden hebben voor gedrukte media. We legden het idee voor aan de eigenaar van het Uit-Magazine, een voorloper van het latere QuoVadis, maar die vond het internet destijds niet interessant. Daarop trokken wij ons eigen plan en met Marc en Max de ideeën verder uitwerkten, tot het lanceren van de site in mei 2000. En de rest is geschiedenis.
Cultureel Nijmegen anno 1999

Maar in 1999 zaten niet alleen wij aan de tekentafel. Cultureel Nijmegen stond aan de vooravond van een jaar waarop veel zou veranderen, dat tot op de dag van vandaag zijn sporen nalaat. Hoe zag het culturele landschap eruit in die laatste jaren van de twintigste eeuw?
Nijmegen kende slechts een handjevol grote culture instellingen. De Stadsschouwburg en de Vereeniging vervulden de rol van theaterzaal- en concertzaal en verhuur voor congressen. Doornroosje (op de Groenewoudseweg) was al landelijk vermaard met roemruchte optredens en had aan aan de wieg van de dancescene in Nijmegen gestaan. O42, aan de Oranjesingel, was vermaard om zijn jazzconcerten; regelmatig kwam de VPRO hier liveopnames maken. Maar ook andere type concerten, debatten en literaire avonden vonden hier plaats. Festivals De Wintertuin en Music Meeting kennen bijvoorbeeld hier hun oorsprong.
De Lindenberg had vooral een educatieve functie, met aanbod van muziek- en beeldende kunstlessen. In het zelfde gebouw zat ook de bibliotheek, maar die deed niet heel veel meer dan het uitlenen van boeken en muziek. En je moest er eindeloos veel trappen lopen, een erfenis van de architecten uit de jaren zeventig.
Maar er waren ook andere belangrijke kleinere spelers: studentenvereniging Diogenes drukte al jaren haar stempel op de stad, niet alleen voor studenten. Hier vonden bijvoorbeeld de eerste houseparty’s plaats, maar ook was Diogenes met O42 de organisator van de Valkhof-Affaire, een alternatief festival tijdens de zomerfeesten, dat we nu kennen als het Valkhof Festival, en was zij initiator van festivals als Oranjepop, Onberderf’lijk Vers en Kaf en Koren.
In Nijmegen-Oost was er een klein theater, het Steigertheater, dat opkomende cabaretiers en theatermakers, die later in schouwburgen volle zalen zouden trekken, programmeerde. Het Steigertheater was ook initiatiefnemer van het smartlappen-festival met een knipoog, Dag van het Levenslied.
Nijmegen kende tot 1999 geen groot museum dat landelijk mee kon tellen. In de regio waren er wel het Bijbels Openlucht Museum (later omgedoopt tot Orïentalis) en het Afrika Museum, maar de stad zelf moest het doen met een klein museum in de Commanderie van Sint Jan en exposities over Romein in Museum Kam. Voor een beetje serieuze tentoonstelling van moderne kunst in de buurt ging je naar Arnhem.
De grote films ging je kijken in de bioscopen Carolus en Luxor aan Plein ’44, Centrum in de Houtstraat, Scala in de Burchtstraat; en voor de arthouse films naar filmhuis Cinemariënburg of het Filmcafé in de Hertogstraat.
De grote verandering

En toen gingen in de jaren negentig de architecten van de gemeente Nijmegen aan de tekentafel. Het centrum zou een nieuw hart krijgen: een nieuwe moderne winkelstraat en een plein met een multifunctionele functie: cultuur, stadsarchief, gemeentelijke instantie en wonen. De sloophamer ging door de inmiddels ter ziele gegane Scala bioscoop om de Mariekenstraat een beginpunt te geven en door het politiebureau voor het eindpunt. De Mariënburg werd van een parkeerplaats een plein, met rondom een nieuw stadsarchief, een nieuwe moderne bibliotheek en een filmhuis annex theater dat zich, met zeven zalen, landelijk kon meten.
Filmhuis Cinemariënburg en O42 zouden fuseren tot LUX om naast arthouse films ook een muziek- en theateraanbod te verzorgen. Op de valreep ging het toen al kwakkelende O42, dat deels door de universiteit en deels door de gemeente nog overeind gehouden werd, echter failliet. Toch werd LUX in oktober 2000 feestelijk geopend door niemand minder dan actrice Catherine Deneuve. Gevolg van het wegvallen van O42 was wel dat in de eerste jaren LUX vooral film de overhand had. Voor jazz bijvoorbeeld leek in de eerste jaren geen plaats, waarop een onafhankelijke organisatie, JIN jazz, opstond om elders in de stad concerten te organiseren.
Nijmegen vond ook dat het maar eens een serieus museum moest krijgen, zoals elke grote Nederlandse stad. Op het Kelfkensbos ging de schop erin en verrees een nieuw gebouw, in de volksmond al gauw ‘De Schoenendoos’ genoemd, waar de Commanderie van Sint Jan en museum Kam samen zouden gaan tot Museum het Valkhof. Ook niet geheel zonder slag of stoot, want de erven van Gerard Kam, oprichter van het gelijkname museum, wilden de familienaam in het nieuwe museum zien terugkomen en dreigden korte tijd de opening van het museum in september 1999 te blokkeren.
De bibliotheek verhuisde naar de Mariënburg en werd daarmee letterlijk en figuurlijk meer toegankelijk voor het publiek. In de jaren die volgden ging ‘de bieb’ zich meer en meer toeleggen op andere functies dan het traditioneel uitlenen van materiaal. Literaire avonden met schrijvers, kleine concerten, workshops voor ouderen en projecten op scholen werden nieuwe activiteiten.
Met het vertrek van de bibliotheek aan de Ridderstraat kwam er meer ruimte voor de Lindenberg beschikbaar. Het gebouw werd in de jaren erna flink verbouwd: het kreeg naast de grote zaal twee extra theaterzaaltjes en een ruimer café met restaurant. De Lindenberg fuseerde met het Steigertheater tot Lindenberg Huis voor de Kunsten om meer theaterprogrammering te kunnen doen.
Van vele kleintjes naar een paar grote
Met die fusie kwam een einde aan bijna 25 jaar klein theater in Oost. In de jaren die volgenden verdween na 50 jaar ook Diogenes door een faillissement, werd jongerencentrum Staddijk opgeheven en werd Merleyn, bij velen op dat moment nog bekend als de HBO Soos, in 2008 overgenomen door Doornroosje. Ook de bioscoop met mooiste zaal van Nijmegen, Centrum, ging ter ziele. En museum de Stratenmakerstoren en het Natuurmuseum fuseerden tot De Bastei.
Al met al kunnen we concluderen dat de eeuwwisseling een keerpunt is geweest in cultureel Nijmegen. Van een heel aantal kleine spelers werd het culturele veld na 2000 gedomineerd door wat nu bekend staat als de C6: De Lindenberg, Schouwburg / De Vereeniging, Doornroosje, LUX, Museum Het Valkhof en Openbare Bibliotheek Gelderland Zuid. Die rol werd verder verstevigd in 2010 met de oprichting van Stichting Culturele Evenementen Nijmegen (beter bekend als CNN: Cultuur Netwerk Nijmegen) waaraan ook theatergroep Kwatta en de grotere festivals Music Meeting en De Wintertuin, en later Go Short, deel gingen nemen.
Ugenda heeft in de afgelopen twintig jaar, naast bovengenoemde ontwikkelingen, vele initiatieven aan zich voorbij zien gaan, van Creatief Productieplatform Smeerolie, een vereniging van cultureel ondernemers, Cultuurstroom, een poging om cultureel Nijmegen in kaart te brengen, Nijmegen Cultuurstad, een cultuurwebsite van CNN tot Quo Vadis, een gedrukt uitmagazine (en pas later een website). Ja, zelfs het Honigcomplex houdt volgend jaar naar acht jaar op te bestaan zoals we het nu kennen. Natuurlijk wordt het speelveld nu niet alleen bepaald door de C6. Er zijn vele kleinere spelers zoals Brebl, Extrapool, Gallerie Bart, Vasim, Waalhalla, Theater VIER, Thiemeloods om er maar een paar te noemen, maar het jaar 2000 was wel allesbepalend voor de decennia die zouden volgen.
Al was het maar omdat Ugenda toen het levenslicht zag.