De muzikale inspiratie van Sam Cuppen

Sam Cuppen is muzikant, artiest, producer, dj en vormgever uit Nijmegen. Een creatieve duizendpoot met een voorliefde voor muziek, beeld, chaos en alles daartussenin. Hij woont in de Paraplufabrieken en groeide op vlakbij het Goffertpark. Hij startte zijn carrière in de schoolband The Earphone Heads en daarna in bekende Nijmeegse bands Altijd Onderweg, Thaïti, Disci X Lerrie.
Tegenwoordig is Sam actief als bassist en zanger in de net opgerichte artpunkband Competition, met leden van Foxlane en Waltzburg, en als producer en multi-instrumentalist in het duo SERVICE. Met SERVICE is hij dit jaar geselecteerd voor de Popronde, en Competition speelt volgende week hun eerste show op Het Valkhof Festival tijdens de Vierdaagsefeesten. Ook stond hij aan de oorsprong van het RockOrkest Nijmegen en Omstreken (RONEO) - de organiserende partij van De Vrienden van Oersoep LIVE - en is hij als dj teleromeo met zijn eclectische sets geen onbekende in het Nijmeegse nachtleven. Jarenlang draaide hij als resident dj in danscafé NDRGRND en de Bloemerbar, tegenwoordig host hij ook samen met Glitter Eva het indiesleaze-feest HEADS WILL ROLL.
Bij het horen van welke plaat besloot je muzikant te worden?
“Op de logeerkamer van mijn opa en oma op de Transvaalstraat stond een klein CRT-tv’tje waar ik ‘s nachts op het allerlaagste volume nog wel eens stiekem op ging zappen. Zo stuitte ik tussen de smoezelige belspelletjes en eindeloze herhalingen van The Bold and The Beautiful op een veel te jonge leeftijd op Purple Rain, de semi-autobiografische film waarin Prince als The Kid bivakkeert in het muzikale nachtleven van Minneapolis. Die zat natuurlijk bomvol geweld, seks, drugs, drama, tranen, hakken en glitterpakken. Dit allemaal vergezeld door de waanzinnige soundtrack van het album Purple Rain en muziek van acts als Apollonia 6 en The Time. Al snel was de film ook via LimeWire op mijn pc terechtgekomen en stond ik met de bordeauxrode H&M-jas van mijn moeder Prince na te doen in de spiegel. Eerst met een onzichtbare luchtgitaar en daarna met een Japanse elektrische gitaar die ik kreeg van mijn oom, maar waar ik nog geen noot op kon spelen. Die film heeft mij nooit compleet losgelaten denk ik, ook al is het acteerwerk en het plot een beetje als een trainwreck - zelfs voor de jaren 80.
Kort daarna op de middelbare school raakte ik helemaal in de ban van indie en electroclash. Acts als Arctic Monkeys, Uffie, Crystal Castles, MGMT en Bloc Party vulden mijn mp3-speler. Ondertussen zat ik op gitaarles en coverden we jaarlijks met onze schoolband dan onze favoriete indie-liedjes op jaarsluitingen of soirees die mijn middelbare school organiseerde. Tot we uiteindelijk zelf muziek gingen schrijven die klonk zoals die bands. Toen we als schoolband onszelf in een supportshow van Make Believe in de grote zaal van Doornroosje hadden gebluft was het voor mij wel duidelijk dat ik muzikant wilde worden. Hoe vet was het om te vragen aan je docent of je wat eerder uit de les mocht, omdat je moest soundchecken in Roosje."
Welke artiesten zijn van grote invloed geweest tijdens je carrière?
“Elke keer zijn er weer nieuwe bronnen die mij inspireren. Van de recentere A.G. Cook, Oklou en Caroline Polachek tot The Strokes, Cocteau Twins en het werk van David Lynch. Voor mij kwam alles samen toen Talking Heads een beetje tot mij doordrong rond mijn twintigste. Het was voor mij een soort smeltpot van allerlei diverse invloeden en culturen waar ik van hield. De catchy baslijnen van Tina Weymouth, de expressie tijdens liveshows en in hun clips, de niet al te stoere dansjes van David Byrne en liedjes vol met zoveel urgentie dat een paard er spontaan de hik van krijgt. Nadat we met wat Nijmeegse muzikanten Stop Making Sense keken, besloten we direct daarna een band te beginnen. Dat werd uiteindelijk Thaïti, die niet geheel toevallig bijna dezelfde opstelling had als Talking Heads tijdens die Stop Making Sense-tournee. Ik denk dat de bizarre dansjes van Byrne op hun beurt dan weer een beetje in de live choreo van SERVICE geslopen zijn.
Natuurlijk moet ik ook Tele-Romeo van K3 noemen. Als kind vond ik dat een enorm spannend nummer. Het schetste een wereld die ik als tienjarige nog nauwelijks kende, vol geheimzinnige telefoontjes en flirterige sms’jes. In die tijd was ik met mijn Nokia-drukker meer bezig met opnames maken van grappige stemmetjes van verzonnen personages die mijn beste vriend en ik hadden bedacht, dan werkelijk sms'en met leeftijdgenoten. Toch bleef het nummer direct aan me kleven. Die vioolachtige synthlijnen spookten denk ik wekenlang door mijn hoofd. Gelukkig kon mijn moeder via haar werk soms aan gebrande cd’tjes komen. Met rode wangen vroeg ik haar op een dag of ze ook ‘dat ene cd’tje van K3’ kon regelen dat mijn juf wel eens in de klas draaide.
Toen ik jaren later op zoek was naar een passende dj-naam, moest ik direct denken aan Tele-Romeo. Het was immers mijn eerste échte liedje waar ik compleet van in de ban van was geraakt."
Welk live-concert heeft het meeste indruk op je gemaakt?
“Dat moet Justice op Pinkpop zijn geweest. Ik was vrij jong - 14 of 15 gok ik - en dit was de eerste show van een elektronische act die ik ooit had gezien. Ik weet nog goed dat ik vrij naïef dacht dat het vast niet zo wild zou worden als bij een punk- of metalconcert. Het stagedesign was stacks en dan ook stacks van Marshall-amps, met hier en daar een modulaire synth ertussen gepropt. In het midden hun befaamde Latijnse kruis. Met de eerste bastonen en het oplichten van dat kruis viel ik in een roes die pas bij de laatste dreunen van de set een beetje begon los te laten. Wacht eens even, dit ís PUNK. In de moshpit tongde ik met een wildvreemd meisje. Later kregen we een korte verkering. Mijn wereld stond die zomer compleet op z’n kop. Er opende een luikje in mijn brein dat mij een totaal andere hoek op stuurde dan de gitaarmuziek waarmee ik was opgegroeid."
Welke nieuwe artiest moeten we in de gaten houden?
“Het mooie aan ons Nijmegen is dat de artiesten die ik nu ga noemen ook allemaal in ons mooie Valkhofpark spelen komende zomerfeesten. Als eerste ben ik enorm verslaafd aan het laatste album van UTO (More heat to the fire part of fire), een Frans duo dat dreampop, triphop en electro fantastisch mengt tot een ontvlambaar geheel. Op de dag dat mijn band Competition speelt (donderdag 17 juli om 19:30 uur), spelen ook de geweldenaren van Grote Geelstaart - een soort Zeeuwse Black Midi. En Gustaf, waar je echt niet op kan stil blijven staan. Ook wil ik graag - toevallig weer een duo - Aili tippen. Het is Belgisch-Japanse electro-pop waar je echt door betoverd gaat worden. En als allerlaatste wil ik toch ook nog echt stadsgenoot Rindert Lammers tippen (zondag 13 juli om 17:30 uur), die met zijn ambient de wereld verovert op het moment. Toen ik vorige maand in Tokio was, lag zijn vinyl gewoon daar in de platenzaak."
De komende week heeft Sam het erg druk tijdens de Vierdaagsefeesten. In verschillende hoedanigheden is hij te zien en te horen:
Zaterdag 12 juli vanaf 19:00 uur tot sluit - HEADS WILL ROLL @ Valkhof Festival (Tuin)
Dinsdag 15 juli 16:30 uur - De Vrienden van Oersoep LIVE @ Valkhof Festival (Arc)
Woensdag 16 juli 19:00 uur - SERVICE @ Valkhof Festival (Poort)
Donderdag 17 juli 19:15 uur - Competition @ Valkhof Festival (Boog)
Vrijdag 18 juli vanaf 23:59 uur - HEADS WILL ROLL Clubeditie @ Merleyn Nijmegen
Websites:
https://competitionband.com
https://checksonar.nl/SERVICE