100 jaar Radboud Universiteit: de jaren 70 links en geëngageerd Nijmegen
Deel 3: Film en jazz als start van politiek-cultureel centrum O42
De Radboud universiteit bestaat 100 jaar. In de afgelopen eeuw heeft zij haar stempel gedrukt op de stad en vooral ook op het culturele leven. In de vorige aflevering van deze reeks heb je kunnen lezen over de rol van studentenvereniging Diogenes vanaf de jaren zestig. Dit derde deel gaat over een andere belangrijke speler: O42, gevestigd in het oude sociëteitsgebouw van Carolus Magnus.
Het sociëteitsgebouw aan de Oranjesingel was eind jaren zestig niet alleen een café, maar bood ook onderdak aan een mensa en een dictatencentrale. De Unie van Studenten Nijmegen, opvolger van Carolus Magnus, was eigenaar van het pand en besloot zelf drukwerk te gaan produceren. Zo werd de Stichting Studentenpers Nijmegen (SSN) opgezet. Even later meldde zich Hugues Boekraad van de studentenbeweging Kritische Universiteit. Samen met Henk Hoeks en Sjef van Wiel richtte hij de roemruchte Socialistische Uitgeverij Nijmegen (SUN) op. Beide vestigden zich in het souterrain van het pand. Als ontmoetingsplek voor links Nijmegen startte de SUN ook een boekhandel aan de van Broekhuysenstraat: De Oude Mol (tegenwoordig Boekhandel Roelants).
WIM orkest in O42 1988 | Foto Flip Franssen
Film en jazz: een opmaat voor het politiek-cultureel centrum
Ondertussen verminderde de toeloop van studenten naar de sociëteit. Studenten kwamen vooral voor het nachtcafé, terwijl de activiteiten van de drukkerij en uitgeverij steeds groter werden: ook ver buiten Nijmegen leverden zij publicaties. In 1974 diende zich een nieuwe speler aan: in navolging van Rotterdam ontstond het idee om een filmhuis in Nijmegen te starten – het eerste buiten de Randstad, met een aanbod van maatschappijkritische en arthouse films. Jan Besselink en Ad Spijkers hadden eerder zeer succesvolle filmavonden georganiseerd in De Lindenberg, het cultureel centrum dat twee jaar eerder was geopend. Maar er was behoefte aan een eigen zaal. Het plan viel samen met bestaande ideeën om van O42 een politiek-cultureel centrum te maken. Zo ontstond Filmhuis Nijmegen. SUN en SSN vertrokken toen ieder naar een nieuwe locatie elders in de stad.
Nog geen jaar later klopte een tweede partij aan de deur: de Werkgroep Improvisatie Muziek (WIM), een groep muzikanten die free jazz speelden, onder wie Bo van de Graaf en Wim Westerveld. Na een aanloopperiode in Diogenes hadden zij tot dan toe gespeeld in de kelder van de nieuwe Mensa aan de Professor van Weliestraat, maar die ruimte leende zich niet goed voor concerten en sessies.
Candy Dulfer in O42 (1988) | Foto Flip FranssenDe plannen voor een politiek-cultureel centrum kregen midden jaren zeventig vorm, toen het pand grondig verbouwd werd. De bovenzaal, waar de oude mensa zat, werd verbouwd tot zaal met podium en, naar de kleur van de stoelen, omgedoopt tot de Blauwe zaal. Veel linkse, avantgardistische en emancipatoire groepen wisten hun weg te vinden naar het pand. Er waren onder andere concerten, een Literair Café, een Politiek Café en ook het COC vond er zijn plek. Vooral de WIM groeide uit tot een jazzpodium met nationale en internationale artiesten, dat landelijke aandacht trok en waarvan de VPRO regelmatig opnames kwam maken. Nijmegen werd zo een van de belangrijkste jazzsteden van Nederland.
Wim Westerveld, vanaf het eerste uur betrokken bij de WIM, begon ook breder bands te programmeren onder de noemer Dansen op Nivo, met veel wereldmuziek. Van daaruit ontstond de gedachte om in 1985 een groots tweedaags festival te organiseren: de Multicultural Dance and Improvised Music Meeting, dat we nu kennen als Music Meeting, inmiddels een wereldwijd vermaard driedaags festival in park Brakkenstein.
Cinemariënburg: een zelfstandig filmhuis
De groei van het gebruik van de Blauwe zaal voor debatten, concerten én films leidde tot spanning met het Filmhuis Nijmegen, dat ook bijzonder floreerde. Een andere locatie werd gevonden in een oud bankgebouw aan de Mariënburg. Hier opende in 1983 Filmhuis Nijmegen, met twee filmzalen, dat later zou worden omgedoopt tot Cinemariënburg.
O42 bleef tot eind jaren negentig een van de belangrijkste culture podia in de stad, met een landelijke uitstraling. Het pand was inmiddels in handen van het gebouwenbeheer van de universiteit (het StEG) en werd gesubsidieerd door het universiteitsfonds SNUF, en ook een beetje door de gemeente. De universiteit vond de functie van het centrum zo belangrijk voor de stad, dat ze zich op het standpunt stelde dat de gemeente het grootste deel van de subsidie op zich zou moeten nemen. Met de herontwikkeling van de Mariënburg zou de gemeente aansturen op een fusie van Cinemariënburg en O42 tot een niew cultueel centrum: Arthouse LUX. Dit ging niet zonder slag of stoot, zoals we zullen zien het laatste deel van deze reeks.
Lees ook:
Deel 1: van provinciestad naar universiteitsstad
Deel 2: van universiteitsstad naar studentenstad