Skip to main content
Ontdek jouw favoriete nieuwe act op Popronde Nijmegen!

Ontdek jouw favoriete nieuwe act op Popronde Nijmegen!

100 jaar Radboud Universiteit: meer dan het sociëteitsleven

Deel 4: theater, literatuur en museum

| Steven Trooster | Column
100 jaar Radboud Universiteit: meer dan het sociëteitsleven
Literair café (1988) met Henk Hoeks, Frans Kusters, Wim Noordhoek, A.F.Th. Van der Heijden en Koos van Zomeren | Foto: Do Visser / De Gelderlander

De Radboud Universiteit bestaat 100 jaar. In een reeks artikelen laten we zien welke impact de universiteit heeft gehad op het culturele leven van Nijmegen. In de vorige twee delen spraken we over studentenvereniging Diogenes en politiek-cutureel centrum O42. Vanuit studenten was er meer: theater, literatuur en zelfs een klein museum. 


Teneeter met Chris Tates, Rinus Knobel, en Rob Beumer | Foto Bas Mariën

Theater Teneeter

In 1976 startte het gezelschap Nijmeegs Studenten Toneelgroep onder leiding van Rinus Knobel, een nieuw theatergezelschap: TeJAter TeNEEter – later omgedoopt tot kortweg Teneeter. Het was het eerste geëngageerde jeugdtheatergezelschap van Nederland. Er was weliswaar al een jeugdtheater in Amsterdam, maar die speelde vooral sprookjes. Als locatie betrok Teneeter het destijds in onbruik geraakte Badhuis aan de Daalseweg. Naast geëngageerde voorstellingen op scholen waren er zeker in de latere jaren veel producties in het tot theater omgebouwde Badhuis aan de Daalseweg, maar ook in theaters in het land. Onder anderen de acteurs Chris Tates en Rob Beumer speelden bij het gezelschap. Het gezelschap werd in 2001 opgeheven en Jeugdtheatergroep Kwatta naam de locatie over. Inmiddels is Kwatta ook opgeheven en heeft een nieuw jeugdtheatergezelschap het Badhuis betrokken: Theatergroep De Horde.

Steigertheater

Een ander studentengezelschap speelde ook een belangrijke rol voor theater in Nijmegen: Theatergroep Thuis was op zoek naar een locatie om te repeteren en op te treden. Begin jaren tachtig waren er twee theaters in Nijmegen: de Stadsschouwburg en het podium in de Lindenberg. De Lindenberg programmeerde toen weinig theater met groepen van buiten en de capaciteit van beide zalen was te groot voor kleine gezelschappen. Theatergroep Thuis ging daarom op zoek naar een eigen plek en vonden dit in 1982 in een voormalige lampenfabriek in de Fortstraat in Nijmegen Oost. Met steigers werd een tribune gebouwd en zo kreeg het de naam Steigertheater. Het Steigertheater, met honderd zitplaatsen, groeide uit tot een theater waar veel bekende namen speelden, zoals Peter Faber, maar ook toen nog onbekende namen: Paul de Leeuw, Wim Helsen en Marc-Marie Huijbregts. Vanuit het Steigertheater ontstond ook een smartlappenfestivial met een knipoog: Dag van het Levenslied. De eerste edities waren in het theater zelf, maar sinds 1991 wordt het evenement elk jaar op Moederdag in het Valkhofpark gehouden. Het Steigertheater zou vierentwintig jaar bestaan, tot het opging in het Lindenbergtheater. De Steigerzaal in de Lindenberg herinnert nog aan het oude theater.

15 jaar vrouwenboekhandel De Feeks, met Leonie Janssen | Foto: Ger Loeffen / Regionaal Archief Nijmegen 

Nijmegen als literaire stad

Nijmegen heeft door de universiteit altijd een gunstig literair klimaat gehad. Veel bekende schrijvers hebben hier gestudeerd, zoals Godfried Bomans, Pé Hawinkels, Thomas Verbogt, A.F.Th. van der Heijden, Hanneke Hendrikx en Jaap Robben. De vele literaire avonden bij O42 en Diogenes hebben hier zeker ook een bijdrage aan geleverd, net als literaire tijdschriften zoals Parmentier, De Schans, Op Ruwe Planken. De in deel 3 genoemde uitgeverij SUN en de boekhandel de Oude Mol zijn uit studenteninitiatief voortgekomen. Ook vrouwenboekhandel De Feeks en uitgeverij van Tilt kennen een universitaire ontstaansachtergrond. De Nijmeegse Literatuurprijs, die nog steeds jaarlijks wordt uitgereikt, komt voort uit het Literair Café dat in O42 plaatsvond.

Dit literaire klimaat leidde er ook toe dat uit een oorspronkelijk Arnhems festival een Nijmeegse literaire organisatie ontstond: De Wintertuin. In 1991 werd er in de Arnhemse Schouwburg het Gelders Literatuur Festival georganiseerd, met als onderdeel De Wintertuin. Na een aantal edities trok het festival de rivieren over om in 1995 ook neer te strijken in Nijmegen. Jos Joosten, docent aan de universiteit, was toen korte tijd directeur. In 2005 vestigde De Wintertuin zich geheel in Nijmegen en startte Literair Productiehuis Wintertuin, dat nog steeds activiteiten door het heel het land organiseert en jonge schrijvers ondersteunt. 

Natuurmuseum

In 1975 richtte een aantal biologen van de cursus Preparatietechniek aan de universiteit de Stichting tot Behoud van Natuurhistorische Verzamelingen op, met als doel zich te ontfermen over natuurhistorische collecties in Nijmegen. In de loop der jaren werd een aardige collectie verzameld. Er was daardoor behoefte om deze tentoon te stellen, en de gemeente stelde de voormalige synagoge aan de Gerard Noodtstraat ter beschikking, onder voorwaarde dat ze gingen samenwerken met Instituut voor Natuureducatie (IVN). Het Natuurmuseum, geopend in 1980, werd gerund door vrijwilligers, vooral studenten biologie, en hield zich naast het inrichten van exposities ook bezig met natuureducatie voor jongeren. Het Natuurmuseum fuseerde met Museum de Stratenmakerstoren, om over te gaan een geheel nieuw museum: De Bastei, dat in 2018 haar deuren opende aan de Waalkade.

Lees ook:

Deel 3: Film en jazz als start van politiek-cultureel centrum O42

Getagd onder

Deel dit artikel