Skip to main content
Vacature redactiecoördinator

Vacature redactiecoördinator

Wel of geen vier sterren? Een half dozijn films in LUX

| Peter Verstraten | Column
Wel of geen vier sterren? Een half dozijn films in LUX

In LUX draaien momenteel opvallend veel films die door de vaderlandse pers met vier sterren zijn bekroond. Zijn die ook echt allemaal zo goed? Laten we zes recente titels aan een vergelijkend warenonderzoek onderwerpen. Hoe verder u leest, hoe beter de films.

Kneecap en Small Things Like These

Over Kneecap van Rich Peppiatt schreef ik al eerder op ugenda.nl: ik vond het een wannabe Trainspotting die iets te ‘gewild lollig’ was, maar mocht u zeer van Trainspotting (1996) houden, dan kunt u dit ook als aanbeveling beschouwen. Kneecap was niet voor niets de publieksfavoriet op het Leids Film Festival.

Small Things Like These van de Belg Tim Mielants is een redelijk sentimenteel aangezet Iers drama, gesitueerd in 1985. Kolenman Bill Furlong is vader van vijf jonge dochters en een echte binnenvetter. Het leven is sappelen en daarom ergert zijn vrouw zich aan zijn ruimhartigheid: Bill is altijd bereid minderbedeelden te helpen, maar als je vooruit wil, moet je de problemen van anderen negeren, vindt ze.

Als Bill een zwangere tiener ziet die in het klooster wordt opgevangen, wordt hij voortdurend overvallen door herinneringen aan zijn armzalige jeugd, omdat hij herkent hoe haar lot zich spiegelt in dat van zijn eigen, jong overleden moeder. Die te keurige spiegeling maakt Mielants drama wat al te vlakjes, maar het camerawerk van de Nederlander Frank van der Eeden is fraai (als altijd).

Heretic

Op het Imagine Fantastic Film Festival behaalde Heretic van Scott Beck en Bryan Woods een derde plek bij de publieksverkiezing. Dat is wel erg ruim bedeeld, eerlijk gezegd. Twee jonge ‘sisters’ bellen namens de Mormonen aan bij de zestiger Mr. Reed. Hij zal ze aan een beproeving onderwerpen. Naar zijn idee is elke religie bedrog en met bordspelmetaforen zet hij uiteen dat het Mormoonse geloof niet meer is dan een verwaterde versie van een mythische vertelling van ver vóór het jaar nul. Hij onderstreept het met muzieknummers die plagiaat zouden zijn: in feite is er steeds sprake van verdunning.Heretic st 3 jpg sd low 2

Mr. Reed, grandioos vertolkt door Hugh Grant, heeft uitgedokterd welke keuzes hij bij de ‘sisters’ moet afdwingen zodat hij hen volledig in zijn macht krijgt. Zoals hij controle over zijn bezoekers uitoefent, zo proberen de sisters dat naar zijn idee ook door van deur tot deur te gaan om mensen te hersenspoelen. Oftewel, volgens hem betaalt hij slechts met gelijke munt terug. Mr. Reed presenteert zich als een ketter die op satanische wijze het mechanisme van religie nabootst. Als Heretic in de tweede helft in horror ontaardt, wint de film aan kwaliteit, maar voor mij was Mr. Reed bovenal een kwaadaardige Victor Mids (van het goocheltelevisieprogramma Mindf*ck), die het duivelse spel zo goed beheerste dat het allemaal te zeer klopte.

Wel nog een klein plusje voor het idee dat bij de eind credits het nummer ‘Knockin’ on Heaven’s Door’ wordt gezongen, maar dan niet in de oorspronkelijke versie van Bob Dylan, maar in een verdunde, om niet te zeggen, ketterse uitvoering door Sophie Thatcher, een van de twee ‘sisters’ uit de film.

Ni chaînes, ni maîtres

Naar verluidt is Ni chaînes, ni maîtres van Simon Moutaïrou de eerste Franse film over het slavernijverleden. Aan de ene kant kunnen er niet genoeg films zijn over zulke beladen en schaamtevolle geschiedenissen, aan de andere kant valt op dat we steeds dezelfde tropen zien weerkeren: beulswerk, zweepslagen, onderdanige houding met neergeslagen ogen. De barbaarse praktijken in Moutaïrou’s film worden gelegitimeerd door een katholieke theologie die zou stellen dat zwarten geen ziel hebben, want geschapen op de vijfde dag, net als de beesten.

Dat Ni chaînes, ni maîtres voor mij de eerste volwaardige vier-sterren recensie in dit rijtje is, komt mede door de manier waarop de vlucht door de jungle is gevisualiseerd. Tienerdochter Mati is ontsnapt van de plantage, en er wordt een klopjacht georganiseerd. Mati’s vader Massamba gaat haar achterna om haar te steunen. De film over zijn uitputtingsslag wordt bijna een fysieke beleving, met Massamba gaan we door de modder, over takken, tussen de bomen, door de rivier, met een bloedhond in de nabijheid – het heeft een echo van films van Werner Herzog zoals Aguirre (1971) en Rescue Dawn (2006). Zodra Massamba het verbond met de geest van Mame Ngessou hernieuwt, wordt dat fysieke aangelengd met een bovennatuurlijke dimensie, en dat werkt wonderwel. Het einde is even navrant als utopisch – en dat blaast enige lucht in de zware thematiek.


Bird

Hoe ze het doet, doet ze het. De Engelse Andrea Arnold plaatst al sinds haar korte film Wasp (2003) de camera te midden van personages die aan de zelfkant leven. Dat leidt doorgaans tot ruw geschoten, ‘straatwijze’ films, waarin het mededogen met de personages altijd voelbaar is – overigens, ook de koe die ze in Cow (2021) de hele film lang volgt, heeft onmiskenbaar haar sympathie en dat maakt het einde waarin het beest zonder pardon wordt afgeknald zo schrijnend. Aangezien het leven van Arnolds personages energiek en rommelig is, mogen de beelden chaotisch zijn, want dat is functioneel, volgens het idee dat vorm inhoud volgt.

Zo’n aanpak wordt ook geregeld in Nederlandse art-house films gehanteerd, recent nog in Paradijs van Bobbi Koek. Het resultaat is vaak, hoe zal ik het zeggen, aanvaardbaar, maar toegepast door Arnold is het (bijna) altijd onweerstaanbaar. Fish Tank (2009) en American Honey (2016) behoren tot de meest verpletterende films van deze eeuw. Alleen Lynne Ramsay is van haar kaliber, met vlak daarachter onder meer Patrice Toye, Mijke de Jong, Clio Barnard.Bird st 5 jpg sd low 1

In haar nieuwste film Bird voegt Arnold aan de penibele thuissituatie van de twaalfjarige Bailey vleugjes magisch realisme toe, alsof de meeuw aan het begin transformeert in de zonderlinge figuur ‘Bird’. En je kunt je afvragen of ‘Bird’ niet ook verandert in een brief bezorgende raaf voordat die nog een keer transformeert om Bailey van een concreet probleem te verlossen. Bird is iets minder goed dan haar allerbeste werk, maar wat zou het. Het is een prachtige film die herinneringen oproept aan onder meer Toyes Rosie (1998) en De Jongs Bluebird (2003).

Soundtrack to a Coup d’État

Het woord ‘soundtrack’ in Soundtrack to a Coup d’État van de Belg Johan Grimonprez slaat op de rol van (jazz)muziek in deze essay-film: Amerika stuurde tijdens de Koude Oorlog muzikanten als Dizzy Gillespie en Nina Simone naar andere landen in een poging om haar politieke invloed uit te breiden. Centraal staat Congo dat zo rijk is aan grondstoffen dat de Amerikanen het Afrikaanse land in een een-tweetje met de Belgische kolonisator willen blijven controleren.

Belangrijkste stoorzender is de wettig gekozen premier Patrice Lumumba die de Congolese onafhankelijkheid nastreeft. Op 30 juni 1960 houdt hij een toespraak in het bijzijn van de Belgische koning Boudewijn, waarin hij de kolonisator een veeg uit de pan geeft. (Ik hoorde voor het eerst van Lumumba in 1992, omdat de 12-jarige Thomas uit De Noorderlingen van Alex van Warmerdam totaal gefascineerd is door hem). Afgaande op Grimonprez’ essay-film heeft de Russische leider Nikita Chroetsjov geen ongelijk als hij de Verenigde Naties ervan beschuldigt de Amerikaanse (en Belgische) belangen in Afrika te behartigen.Soundtrack to a Coup d tat st 3 jpg sd low 2024 Soundtrack to a Coup d Etat Johan Grimonprez Elephant Cargo copyright British Path

De film maakt ook duidelijk hoe Louis ‘Satchmo’ Armstrong als een dekmantel wordt ingezet voor optredens in Congo zodat de CIA onder het mom van een sociale aangelegenheid een geheime operatie kan opzetten, al dan niet in samenwerking met de Belgen. Toen het tot Armstrong doordrong dat hij als een soort Paard van Troje was ingezet, was dat zeer tot zijn ongenoegen. Lumumba zal op 17 januari 1961 worden vermoord onder nooit helemaal opgehelderde omstandigheden, maar een kwalijk aandeel van Belgische politiefunctionarissen is zeker. Uit protest zal een groot aantal vrouwen vier weken later een VN-vergadering verstoren met leuzen.

Soundtrack to a Coup d’État vormt geen vertelling met een duidelijke kop en staart, maar is 150 minuten lang een hectische aaneenschakeling van hoofdzakelijk archiefmateriaal. De fragmenten zijn zo associatief gerangschikt dat het deels aan de kijker is om een betoog te destilleren uit de beelden en geluiden, en dat lukt naarmate de film vordert, steeds beter. Die opzet is ingegeven door de (terechte) aanname dat de geschiedenis te ondoorzichtig is om via heldere oorzaak-gevolgrelaties opgedist te worden.

Mocht dit alles als een vermoeiende kakofonie klinken, het tegendeel is het geval. Dat komt, vermoed ik, doordat het meanderende betoog is opgehangen aan het hortende en stotende ritme dat jazz eigen is. Je wordt als kijker opgezweept en meegesleept én daardoor werkt het als een kritische reflectie die niet belerend is. Dat Grimonprez’ film ‘soundtrack’ in de titel serieus neemt, blijkt een winnende kaart. Het is trouwens niet alleen jazz; de Vlaamse schlagerzanger Eddy Wally zit ook in deze montagefilm, de meest prikkelende van alle films die momenteel in de theaters draaien


Deel dit artikel