Nederlands Film Festival: Witte flits versus Dit is geen Kerstfilm
Als Witte flits van Laura Hermanides is afgelopen, zien we op de aftiteling: ‘Voor Agnes’. Zij is de moeder van René Johannesma die op 27 juni 2012 op 42-jarige leeftijd is overleden. Renés verzoek tot euthanasie was ingewilligd vanwege ondraaglijk, psychisch lijden. Witte flits is een op de werkelijkheid gebaseerde fictiefilm, maar er schiet me niet zo gauw een film te binnen die zo graag een ‘echte’ documentaire had willen zijn.
Aan het begin van Witte flits gaat Rick (Renés naam in de film) al de eindfase in. Zijn eerste verzoek tot euthanasie ligt dan al jaren achter hem. De ouders hebben inmiddels al moeten aanvaarden dat de doodswens van hun zoon onomkeerbaar is. Vader Toon oppert nog voorzichtig of elektroshock therapie nog soelaas kan bieden, maar er klinkt al berusting door in zijn stem.
Witte flits is een rustige vertelling die bij de kijker wil laten indalen hoe die ouders zich moeten voelen nu hun zoon vastbesloten is uit het leven te stappen. Dat vat in feite de hele, o zo serene film samen. De buurvrouw in de filmzaal naast mij was er duidelijk door geraakt. Ze had al aan mij verteld dat ze naar 26 films tijdens Film by the Sea in Vlissingen was geweest. Daarvan had ze er vier goed gevonden. Ze liet me een flyer zien van Emilia Perez; die moest ik zeker gaan zien (wat ik daar van vind, leest u binnenkort). Maar Witte flits, vanaf deze week te zien in LUX, vond ze dus ook prachtig; ik was wat minder gegrepen.
Laatste boodschappen
Wat goed is aan de film van Hermanides is dat Rick niet als een ‘dramatisch geval’ wordt gepresenteerd. Hij heeft heldere en grappige momenten, oogt bij tijd en wijle monter. Uiterlijk is het leed niet aan hem af te lezen, maar van binnen is het uitzichtloze lijden door deskundigen vastgesteld. En dat de ouders van Rick zijn verlangen tot sterven kunnen accepteren, is natuurlijk dankzij die officiële vaststelling. De film gaat niet om een hevig verzet van naasten, zoals dat bijvoorbeeld het geval was in Pink Moon (Floor van der Meulen, 2022), waar de dochter zich heel lang weigert neer te leggen bij de in haar oren te vrolijke mededeling van haar vader om zijn leven te beëindigen. Witte flits gaat eerder om een worsteling: de ouders willen zich misschien wel steviger uitspreken tegen Renés plan, maar ze weten dat het verstandiger is om die drang te onderdrukken.
De gedachte kwam bij me op dat de belangrijkste doelgroep van Hermanides de moeder van René was. Dat ‘Voor Agnes’ was dan ook hoogst gemeend (vader Jan is een aantal jaar geleden gestorven). Witte flits wilde daadwerkelijk vastleggen hoe de ouders het proces hadden ondergaan. In een verslag door De Correspondent uit 2014 had ik al gelezen over de laatste boodschappen die René indertijd deed, en dat moeder die moet betalen, want geld had zoonlief aan de vooravond van zijn overlijden niet bij zich. Dat zit precies zo in de film, en het lijkt me dat bijna alles precies zo in de film zit zoals het is geschied.
Had Hermanides de keus gehad tussen de film draaien met acteurs Renée Soutendijk en Raymond Thiry of in 2012 draaien met de echte ouders Agnes en Jan, dan krijg je het idee dat ze voor het laatste zou hebben gekozen. Het blijkt het beste uit de scènes waarbij de camera uit een zeker fatsoen afstand neemt: moet het bezoek op de gang, dan gaat de camera ook op de gang. Op een precair moment zweeft de camera achterwaarts door de gang van het hospice.
Opel Kadett
Was het een documentaire geweest, dan had je gesteld: ja, natuurlijk trekt de camera zich nu terug uit respect voor een medemens in nood. Maar juist in fictie kan een camera altijd aanwezig zijn, vanwege de stilzwijgende afspraak dat het een acteur is die een personage in nood speelt. Bij mensen in een documentaire betracht je voorzichtigheid, maar bij door acteurs vertolkte personages kun je dichtbij blijven en hoef je geen afstand in te bouwen. In Witte flits leken de keuzes voor cameraposities en -bewegingen ingegeven door de gedachte: hoe zou ik het doen als dit een documentaire zou zijn? Of anders gesteld: hoe maak ik deze fictiefilm tot een document ‘voor Agnes’?
Kortom, Witte flits is een documentaire die ‘te laat’ is gemaakt. Misschien is de belangrijkste indicatie daarvan de filmtitel. Die slaat in wezen nergens op, maar ‘witte flits’ was simpelweg de bijnaam van René, en bovendien noemde hij zijn Opel Kadett ‘witte flits’. De titel heeft dus geen andere betekenis dan dat die ontleend is aan de realiteit.
Dat Witte flits was uitverkoren als openingsfilm van het Nederlands Film Festival past geheel in de lijn van de voorkeuren die bestaan in de Nederlandse filmwereld. Idealiter worden maatschappelijke kwesties geadresseerd in een stijl die afdoende realistisch is. Films met een documentair karakter worden gretiger omarmd dan films waarin een (te) groot beroep wordt gedaan op verbeeldingskracht, zoals bijvoorbeeld genrefilms.
Prijs van de filmkritiek
Witte flits werd door de Kring van Nederlandse Filmjournalisten tot een van de drie beste films van het jaar gerekend, maar legde het uiteindelijk af tegen Torch Song van Jeroen Houben. Deze film heb ik niet kunnen zien, want was steeds uitverkocht. Opvallend echter is dat beide, door een vakjury geprezen, films nauwelijks kans maken op Gouden Kalveren. De twee films zijn ieder voor slechts één Kalf genomineerd, ook nog in onbelangrijke categorieën: Witte flits voor beste muziek en Torch Song voor beste production design.
Als je op de hoeveelheid nominaties afgaat, lijkt Hardcore Never Dies van Jim Taihuttu met tien stuks de grote favoriet, maar die film, waarover ik eerder schreef, heeft geen nominaties voor Beste scenario en voor Beste regie. Dat maakt het weinig waarschijnlijk dat die dan Beste speelfilm zal worden. Als je geld zou willen inzetten op Beste speelfilm, lijkt Melk van de Nijmeegse Stefanie Kolk de meest wijze gok. Die film, ook besproken op ugenda.nl, heeft ‘maar’ vier nominaties, maar wel de meest prominente: speelfilm, regie, scenario en hoofdrol. Overigens mag het Kalf voor Beste hoofdrol wat mij betreft naar Leny Breederveld gaan voor haar aandeel in de komische bejaarden road movie De terugreis van Jelle de Jonge (zoon van Freek), een film die de Nederlandse inzending voor de Oscars zal zijn.
Snelkookpan
Ook opvallend: Dit is geen Kerstfilm van Michael Middelkoop heeft wel een nominatie voor regie en voor scenario, maar niet voor Beste speelfilm. Dat lijkt niet echt logisch, maar misschien ook een beetje wel. De wat vreemde titel duidt erop dat de film meer rauwe randjes wil bevatten dan de reguliere Kerstfilm à la Love Actually. Kerstmis is de tijd van verbinden en samenkomen, maar het script gooit allerlei polariserende kwesties in een snelkookpan: een theaterdocente die na onhandige feedback gecanceld gaat worden; een man die het ‘kleinepikkengezeik’ van zijn vrouw beu is en met ‘echte’ mannen vriendschappen sluit; een lesbische kinderjuf ‘gendercompensatie’ die flink botst met de ouders van een jochie die het maar niets vinden dat hun kind balletles krijgt en nagellak op heeft.
Er vinden stevige confrontaties plaats, maar de makers hoeden zich ervoor om een standpunt in te nemen. Ze willen laten zien waar mogelijkheden zijn om ondanks al die conflicthaarden dichter naar elkaar toe te groeien. Hoezeer Middelkoops film toont dat het woke-denken een splijtzwam kan zijn, Dit is geen Kerstfilm wordt gaandeweg toch steeds meer een Kerstfilm, vooral na een wat zotte wending die wordt aangezwengeld door het nakomertje Beer. Het was mij liever geweest als Middelkoops Dit is geen Kerstfilm een heuse anti-Kerstfilm was geweest, die ons des te scherper confronteert met de impasses die de actuele debatten met zich meebrengen. Misschien is die scherpte wel getemperd door het feit dat de film vlak voor Kerst op Amazon Prime wordt gelanceerd.
Middelkoops middellange film Trauma Porn Club die al te zien was op IFFR als onderdeel van Koolhoven presenteert, was mede door zijn genadeloze aanpak een stuk overtuigender. Deze film met horror-ingrediënten was geselecteerd voor Forum van de Regisseurs, het NFF-domein waarin eigenzinnige films worden vertoond. Een jonge blonde vrouw denkt dat een problematische jeugd een goudmijn is geweest voor het schrijfsucces van een zwarte vriend. Ter compensatie zoekt zij heftige situaties op zodat ook zij zich als een serieuze kunstenaar kan profileren. Zodra zij eenmaal die route kiest, wordt ze steeds roekelozer. Het is een film zonder rem, en een teken dat in Middelkoop wel degelijk een compromisloze filmmaker schuilt.