Storytelling Festival Nijmegen 2025, are you ready to celebrate your story?
Een vrouw als ...: Emilia Pérez versus Maria
Tot twee keer toe zien we in Emilia Pérez van Jacques Audiard een personage van wie onduidelijk is of ze nu huilt of lacht, of (waarschijnlijk) allebei. Het is exemplarisch voor deze film die de Grote Juryprijs op het filmfestival van Cannes won: moeten we Audiards flamboyante aanpak nu bewonderen of bespotten – of allebei?
In het begin van de in Mexico gesitueerde film zien we de advocate Rosa in een supermarkt. We krijgen een shot van haar voeten in schoenen met lage hak, een shot van haar gestalte achter de geopende deur van de koeling, een shot van voren, daarna een shot van achteren terwijl ze naar buiten loopt. Eenmaal op straat begint ze te zingen – over de misère omarmen, en over nepvonnissen. Een menigte wandelt als een koor met haar mee.
We zitten midden in de rauwe werkelijkheid van een door drugscriminelen geteisterd milieu én we stappen er gelijk weer uit. Vlak daarop vraagt ze aan iemand een tampon, we zien de camera in een point-of-view shot naar het vrouwentoilet bewegen, en als ze daar een mysterieus telefoontje krijgt, begint ze weer te zingen.
Emilia Pérez zal zich voortdurend kenmerken door wisselingen: soms zijn scènes indringend, dan weer kolderiek (zingen in Bangkok over vaginaplastiek en adamsappelreductie). Drugsbaas Manitas wil zich tot vrouw laten ombouwen, en terwijl die onder een nieuwe identiteit verder leeft, denken echtgenote en kinderen dat Manitas is overleden. Dat leidt tot een keten van verwikkelingen die doen denken aan een Mexicaanse soap of melodrama.
Gespleten aard
Het verhaal mag wat ridicuul zijn, maar Emilia Pérez kent imponerende momenten: het shot waarbij de camera meerijdt met een fietskoerier, het na een vuurgevecht door stofwolken omgeven huis, en de musicalscènes kennen een grote mate van variëteit: qua zang, zoals het praatzingen van de drugscrimineel, maar ook visueel, zoals de split screens, het karaoke-scherm, uitzoomend naar een grote hoeveelheid hoofden tegen een zwarte achtergrond, Rosa in een knallend rood pak tijdens een benefietgala.
Maar de bravoure waarmee Audiard allerlei scènes opdient, kan niet helemaal verbloemen dat er ook elementen zijn die wringen. Schijnbaar zit de Mexicaanse misdaadwereld vol spijtoptanten. Daar is nog makkelijk over heen te stappen, maar we horen Manitas in voice-over aan zijn plastisch chirurg verklaren waarom hij een sekseoperatie wil. Hij heeft het over zijn gespleten aard: het beest en zijn feitelijke ik. Hij ontpopte zich juist tot het grootst mogelijke zwijn om zijn ware verlangen te verbloemen. Hij gedroeg zich als een nietsontziende crimineel, maar dat was een dekmantel, want hij voelde zich van binnen altijd al vrouw. Of in gezongen taal: het diepste van zijn ziel geurde naar honing.
Monsterachtige vrouwelijkheid
Zijn immorele gedrag was dus enkel het gevolg van het feit dat hij in een verkeerd lichaam geboren was. En dat heeft vele slachtoffers opgeleverd die wreed aan hun einde gekomen zijn. Je zou dat positief kunnen zien als dat de film oproept om bekrompen opvattingen over gender overboord te kieperen, want zie, het kost mensenlevens. Maar tegelijk presenteert Audiards film vrouwelijkheid als monsterachtig. De macho is zo bang voor zijn vrouwelijke kant dat hij dood en verderf zaait. Die oerconventionele associatie blijft (te) lang nagalmen in de film, omdat die alle verdere gebeurtenissen in gang trekt. Lang lijkt het alsof Emilia, als vrouw dus, een weldoener wil zijn, totdat de Manitas in haar gekrenkt wordt en onderdrukte bruutheid aan de oppervlakte komt.
Advocate Rosa zingt ondertussen dat een ander lichaam tot een andere ziel leidt die de maatschappij zal veranderen. Omdat ze het zingt, valt het hoogdravende van de bewering weg, maar vreemd en pretentieus blijft het. Dus ja, het is een film om in een spagaat te verlaten. Je bent verrast door wat je aangeboden krijgt, maar is het wel helemaal zo’n positieve verrassing?
Maria Schneider
Emilia Pérez mag dan een curieus allegaartje zijn, dat is altijd te verkiezen boven een film die platgetreden paden bewandelt. Maria van Jessica Palud is gebaseerd op het leven van Maria Schneider, en is ook aan de actrice (1952-2011) opgedragen. Maar het is een wat onzuiver eerbetoon, want ik kan me niet voorstellen dat de film überhaupt was gemaakt als er nooit de beruchte boterscène in Last Tango in Paris (Bernardo Bertolucci, 1972) was gedraaid.
Bertolucci had de indertijd 19-jarige Maria opgedragen om intens te acteren; de scène moest erg fysiek ogen. Repeteren was niet nodig, het moest vooral spontaan overkomen. Vervolgens wordt Schneider verrast doordat tegenspeler Marlon Brando haar achterwerk insmeert met boter als opmaat tot een seksscène. Schneider is overstuur, want voelde zich overvallen, en zou zich gedurende de verdere opnames en promotieactiviteiten zichtbaar ongelukkig voelen. In het Me-Too tijdperk werd het voorval opnieuw opgerakeld en werd het incident als verkrachting betiteld.
De opname van de scène is de onverbiddelijke sleutelgebeurtenis in Maria. Nu had Schneider toch al een traumatische start gemaakt in haar leven. Ze was door haar moeder opgevoed, omdat haar vader, de Franse acteur Daniel Gélin, haar negeerde. Als zij haar vader opzoekt, beschouwt haar moeder dat als een daad van ondankbaarheid en gooit haar als 16-jarige de straat op. De kans om met Brando te acteren, tilt haar op, totdat de boterscène haar overkomt. Daarna volgt een aaneenschakeling van kleiner en groter leed: hysterisch over een gestolen scooter, een heroïneverslaving, een bijna dodelijke overdosis.
Antonioni’s Professione: Reporter
Als je de film serieus aan Maria Schneider opdraagt, zoals bij de begintitels staat, waarom dan alleen maar tragische scènes uit haar leven? In een interview met de Marokkaanse journaliste Noor, met wie ze daarna een relatie begint, vertelt ze hoe gelukkig ze was toen ze Michelangelo Antonioni’s Professione: Reporter (1975) draaide. Eigenlijk had ik gehoopt dat er veel van die film voorbij zou komen, want die is oneindig veel beter dan die, los van het schandaal, overschatte Last Tango in Paris.
Professione: Reporter heeft een zeer bijzondere ontstaansgeschiedenis, mij ooit verteld door cameraman Luciano Tovoli, toen ik in zaal 1 in Eye (mei 2017) een Q & A met de toen 81-jarige Italiaan mocht doen. Ook de langste Q & A die ik ooit afnam, want hij was een spraakwaterval die soepel Engels sprak.
Antonioni had Tovoli verzocht om zijn cameraman te zijn, op voorwaarde dat hij het script niet te lezen zou krijgen. Elke keer als Antonioni even weg moest, vroeg hij bij terugkeer: ‘Niemand heeft Luciano toch het script laten lezen, of wel?’ Tovoli kreeg alleen instructies over het tijdstip van de volgende opname. Toen Tovoli een interieurscène in Londen moest draaien, vond hij de bomen op de achtergrond zo prachtig. Om die goed uit te lichten, had hij heel veel meer licht nodig. Oké, zei Antonioni, bestel maar. De gepeperde rekening van al die extra belichting die tijdens de Londense spits werd gebracht, was voor producent Carlo Ponti. Die ontplofte en kwam naar Londen om de verantwoordelijke te ontslaan.
‘Nog één laatste shot’
Toen Ponti op de set arriveerde, ging Antonioni achter de camera staan om het juiste shot te vinden en hij mocht onder geen beding gestoord worden. Uiteindelijk ging een ongeduldige Ponti weer weg, en toen zei Antonioni tot Tovoli: zo, dat probleem is ook weer opgelost.
Op een gegeven moment belt Ponti weer eens naar de set. Hij wilde weten hoe het ermee stond, want het moest onderhand wel klaar zijn met dat draaien. ‘Nog één laatste shot’, zei Antonioni. Dat was niet gelogen, maar hij zou over dat ene shot nog zeven dagen doen, een van de meest complexe shots uit het analoge tijdperk. De camera moest namelijk door het huis heen naar buiten bewegen in één ononderbroken opname, en Tovoli deed uitvoerig uit de doeken hoe ze dat huzarenstukje hadden klaargespeeld.
Maar in Maria dus niets van deze periode waarin Schneider wél gelukkig was. Evenmin van Merry-Go-Round (Jacques Rivette, 1981), die ze als een verrijkende ervaring betitelt. Ook jammer dat we in Maria helemaal niets horen over Een vrouw als Eva (Nouchka van Brakel, 1979). In die film krijgt Schneiders personage een relatie met de door Monique van de Ven gespeelde Eva. Feministen klaagden indertijd waarom er in plaats van Van de Ven niet voor een echte lesbienne was gekozen. Het droge weerwoord van Van de Ven: "Waarom zou dat moeten? In Turks fruit speelde ik een vrouw die kanker krijgt, maar ik had die ziekte geeneens."
Deel dit artikel