Wel of geen subsidie: de casus-Visbeen en de opgefokte Andy

Volgende week maandag dient er in Amsterdam een bijzondere rechtszaak, aangespannen door scenarioschrijver en filmmaker Marcel Visbeen tegen het Nederlands Filmfonds. Hij gaat in beroep tegen de beslissing van het Filmfonds om geen realiseringssubsidie toe te kennen aan het project Alles komt goed waaraan Fedja van Huêt, Derek de Lint en Katja Herbers al hun medewerking hadden toegezegd. Op de foto hierboven is een eerste cameratest te zien met Van Huêt als zoon en De Lint als vader.
Misschien is Visbeen, die ook als docent regie aan de Filmacademie werkt, niet direct een bekende naam bij het grote publiek. Hij maakte enkele korte films, waaronder Elvis Lives! (1997), de telefilm Staatsgevaarlijk (2005) en Linoleum (2008), en verder regisseerde hij diverse afleveringen van de series Verborgen gebreken, Moordvrouw en Dokter Tinus.
Ondoorzichtige beslissingsboom
Dat zijn cv niet uitvoeriger is, is in feite inzet van de rechtszaak. Visbeen heeft vaak genoeg ontwikkelingsbijdragen ontvangen voor zijn projecten: dan wordt een plan in de dop beloftevol gevonden, zodat je als maker geld krijgt om een film op te starten. Maar zo’n project kan dan nog altijd in een volgende subsidieronde stranden, en dat gebeurde bij Visbeen al een aantal keren. Voor de goede orde, als plannen niet doorgingen, was daar niet altijd het Filmfonds debet aan. Soms was een failliete producent de reden van een in de knop gebroken project.
Ik spreek geregeld makers die negatieve ervaringen hebben met het Filmfonds. Ze zijn gefrustreerd omdat de beslissingsboom voor hen zo ondoorzichtig is. Eerst wordt een idee enthousiast onthaald, en dan stokt het bij de vervolgstappen. Op welke gronden gaat een project wel of niet door naar een volgende ronde?
Het simpele antwoord is dat er wordt geselecteerd op ‘kwaliteit’, maar precies dat maakt het systeem ook weinig transparant. Want wat is ‘kwaliteit’, wanneer voldoet een film aan een ‘kwaliteitsstandaard’? Toen Visbeen bezwaar aantekende tegen het negatieve oordeel over zijn Alles komt goed, was het weerwoord namens het Filmfonds dat de ‘kwaliteit’ objectief getoetst was. Bestaat dat ‘objectief toetsen’? zo vroeg hij zich af. Bovendien stak het hem dat inzage in de verslaglegging van de gesprekken tussen hem en de consulenten niet mogelijk was, wat de indruk van een zekere willekeur versterkte. Via zijn beroepszaak wil Visbeen de grond waarop het negatieve oordeel gebaseerd is, aanvechten om zo alsnog zijn project te voltooien.
Bevoegdheden
Ook al gaat het om een particuliere casus, wellicht maakt de zaak ook inzichtelijker hoe het systeem functioneert. In een eerdere column heb ik het vorig jaar geschreven beleidsplan van het Filmfonds besproken. Daarin werd een nieuwe structuur aangekondigd, maar vooralsnog is onduidelijk of dat meer is dan slechts een cosmetische verandering van het systeem. Zal die opzet niet te zeer een voortzetting zijn van de praktijk met consulenten? Makers ervaren/ervoeren die praktijk als uiterst grillig en vinden/vonden dat consulenten zich soms te veel bevoegdheden toe-eigenen.
Van een maker heb ik wel eens gehoord hoe een consulent hem voor een dilemma plaatste. De consulent zei: ‘Ik ben niet overtuigd door jouw scenario, maar als je nu de volgende aanpassing in het script doorvoert, dan zou ik jouw project wellicht goedkeuren.’ De betreffende maker koos uiteindelijk eieren voor zijn geld, en veranderde het script op basis van de suggestie. Maar elke aanpassing heeft automatisch weer invloed op de rest, met het risico dat de balans uit het lood slaat. En dan realiseert een maker weliswaar de film, maar blijft die er een onbevredigend gevoel aan overhouden.
Spetters
Ter voorbereiding op zijn zaak had Visbeen zijn licht opgestoken bij een aantal mensen uit de filmwereld. Zo had hij ook Paul Verhoeven gesproken, aangezien die in een ver verleden een beroemd akkefietje had uitstaan met het Filmfonds. Het script voor Spetters was indertijd afgewezen als te ordinair tot enorme woede van de aanvragers. Vond het Filmfonds het soms plezierig om Verhoeven, die succes op succes had geboekt, op zijn nummer te zetten?
Er werd een gekuiste versie ingediend, die wel werd gehonoreerd, maar voor de daadwerkelijke verfilming greep Verhoeven terug op het originele scenario. Nu was er boosheid alom – bij het fonds dat in zijn hemd was gezet, maar ook critici lieten zich niet onbetuigd en oordeelden negatief over dit ‘onwaardig kijkvoer’. Er werd zelfs een protestbeweging opgericht om mensen te ontraden Spetters (1980) te gaan zien, maar toch kwamen er ruim 1,1 miljoen bezoekers.
Andy, bloed en blond haar
Na het gedoe met Spetters was Verhoeven het Nederlandse filmklimaat beu en zou hij een aantal jaren later naar Amerika verkassen. Wellicht minder bekend is dat Spetters een voorloper had, en dit rusteloze kleinood wordt met enige regelmaat in Eye vertoond. Op 30 juli jongstleden was Andy, bloed en blond haar (1979) van Frank Wiering weer eens te zien geweest, een van de favorieten uit de Nederlandse filmgeschiedenis van Eye-programmeur Ronald Simons. Omdat Wiering als televisieregisseur bij de VPRO werkte en (nog) geen naam had gemaakt als filmmaker, dacht hij dat het Filmfonds toch geen subsidie zou verstrekken. Het was voor hem een veiligere route om een aanvraag in te dienen bij CRM (het ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk).
Om 90.000 gulden van CRM te krijgen, moest hij een proeffilmpje maken. Het waren tien minuten van zeer goed uitgelichte scènes die op statief werden gedraaid. Aangevuld met eigen geld van producent Matthijs van Heijningen die enthousiast was over het script, kon hij werken met een budget van 110.000 gulden. Toen ze eenmaal gingen draaien, besloten Wiering en cameraman Paul van den Bos: we laten het statief in de auto, want we gaan alles uit de hand draaien om de ruwheid van het verhaal te benadrukken.
Dat was een uitstekende keus, want die ongepolijste aanpak draagt bij aan de bruisende en energieke aard van Andy, bloed en blond haar. Wiering had halfweg jaren zeventig voorvoeld dat het tijdperk van de hippies ten einde liep en dat er zich een ‘nieuwe ongevoeligheid’ aandiende. Hij bemerkte een zekere woede en irritatie onder jongeren, en als iemand uit het oosten van Nederland zag hij hoe plattelandsjongeren de streektaal-rockband Normaal omarmden. Omdat Wiering Bennie Jolink kende, opent de film met een nummer van Normaal en is er tegen het eind zelfs een live-optreden van de Achterhoekse band. Bovendien had de altijd genereuze Herman Brood ook toestemming gegeven om muziek te gebruiken.
Scheve pink
Hoofdpersonage Andy werd vertolkt door de dan 18-jarige Andy Vrielink uit Hengelo die zelf ook een explosief karakter had. In de film reist hij van Hengelo naar Amsterdam, en berooft er een man in een park. Omdat hij de scène pas de dag voor de opname bedacht had, was er geen acteur beschikbaar en speelde regisseur Wiering het rolletje zelf. Vrielink speelt het zo overtuigend dat Wiering er voor de rest van zijn leven een scheve pink aan zal overhouden.
Andy ontmoet vervolgens het ‘mondaine, desperate’ fotomodel Ella, een Marilyn Monroe-lookalike. Zij vindt Andy’s boertige lompheid wel excentriek en amusant: jij mist de flair die ik wel heb, zegt ze ergens, maar ik mis jouw agressie. Zij neemt hem mee naar een hip feestje waar de opgefokte Andy consternatie veroorzaakt: ‘Wat ben jij voor een mafkees met dat motorpak aan.’ Met zijn kaasbijltje maakt Andy de nodige slachtoffers en met een gestolen Amerikaanse slee vertrekt het koppel naar Hengelo – tot de grootstedelijke Ella zijn gedrag beu is en de politie inlicht.
(Te) kort haar
De critici van NRC Handelsblad, het echtpaar Gerry en Ellen Waller, vonden Andy, bloed en blond haar zo vreselijk dat ze bepleiten dat die verboden moest worden. Maar zoals dat maar al te vaak gaat, is Wierings enige film als regisseur heden ten dage tot cult uitgegroeid. Wiering, die ook aanwezig was bij de vertoning in Eye, beziet Andy, bloed en blond haar nog immer met bezwete handen, vanwege allerlei (continuïteits)foutjes: zo was Jonna Koster (Ella) naar de kapper geweest en had ze in haar schuimbad plots wat korter haar.
Tijdens de première indertijd was Verhoeven vol lof en hij zou verklaren dat zijn Spetters geïnspireerd werd door Wierings film. Hij castte Jonna Koster als vriendin van Rutger Hauer in Spetters. Verhoeven bood Andy Vrielink een hoofdrol aan, maar die bedankte voor de eer, want had geen affiniteit met de filmwereld en Verhoeven was, zacht gezegd, zijn type niet. Vrielink zou nooit meer acteren en op slechts 33-jarige leeftijd aan kanker overlijden.
Andy, bloed en blond haar is ook op YouTube te zien.