Storytelling Festival Nijmegen 2025, are you ready to celebrate your story?
Logische of onlogische keuzes? La Cocina versus Megalopolis
Te gast in Eye vertelde de Mexicaanse regisseur Alonso Ruizpalacios dat hij in 2010 naar David Finchers The Girl with the Dragon Tattoo ging in een klein theater. Niet alleen voorspelde hij zijn vrouw dat hij ooit een film zou maken met hoofdrolspeelster Rooney Mara, maar toen hij naar de bar liep, plakten zijn schoenen. De machine met de Cherry Coke was maar blijven lopen. Toen hij dat tegen de jongen achter de bar zei, antwoordde die: ‘Ja, dat weet ik, maar het is mijn probleem niet.’ Neoliberalisme in een notendop, dacht Ruizpalacios.
De herinnering keert terug in een scène in zijn film La Cocina, nu te zien in LUX. We volgen Estela die als illegale immigrant op licht frauduleuze wijze komt te werken als hulp in de keuken van een superdrukke eettent bij Times Square New York. Hoofdpersoon is echter degene die zij moet assisteren. Deze Pedro draait al zo’n drie jaar diensten in de hectische keuken en hij is een ‘kloothommel’. Hij maakt te vaak ruzie met Max, hij kan onbeschoft reageren op serveersters die geïrriteerd zijn als hun bestelling te lang op zich laat wachten en hij dringt zich iets te veel op aan Julia (inderdaad, een rol van Rooney Mara), die zwanger van hem blijkt.
Wat mij dwars zat, was dat ik de logica van de stilistische keuzes moeilijk kon koppelen aan de verhaallijnen. De film is zwart-wit; de aspect-ratio wisselt tussen smalle kaders en bredere; er zijn soms extreme close-ups, soms lange rijders langs het personeel, soms wat gekantelde hoeken. De camera zoomt een keer in op wat waarschijnlijk een shot uit een videogame is op een computer. Er was een op zich mooie scène waarin personages hun dromen vertellen tijdens een lunchpauze op straat, maar ik snapte niet waarom er kort geschakeld werd naar Julia die ondervraagd wordt omdat er de avond tevoren 823,74 dollar ontbrak bij een van de kassa’s.
Hoe langer de film duurde, hoe meer ik dacht dat Ruizpalacios een stijlboek had ingekeken en toen gedacht had: laat ik al die kunstgrepen in mijn film stoppen. Door Pedro’s wrokkige gedrag boeide zijn relatie met Julia maar matig, het ontbrekende geld kreeg geen bevredigende ontknoping, en een van de personages vertelt zo’n rare droom dat je je afvraagt wat het punt nu precies is van dit intermezzo. Daar kun je nog van zeggen dat het laatste shot een aanwijzing bevat.
Buitenaards groen licht
Na zo’n twee uur volgt er een antikapitalistische apotheose waarin Pedro zich als een ‘stomme idioot’ gedraagt, terwijl zijn baas zich afvraagt waaraan die deze puinhoop verdiend heeft. Dat Pedro door een ‘buitenaards groen licht’ beschenen wordt, is dan alsnog een passend uitroepteken bij een film die (te) lang heeft geprutteld voordat een uitbarsting volgt. Was dit einde nu een gevalletje van ‘de aanhouder wordt toch beloond’? Het was fijn dat La Cocina flink afgeeft op neoliberale wantoestanden, ook al begreep ik de filmische keuzes nog steeds niet helemaal.
U zou misschien verwachten dat La Cocina al met al toch beter geslaagd is dan Megalopolis. Francis Ford Coppola’s film wordt immers wijd en zijd gekraakt en scoort op IMDb slechts een 4,8, een onvoldoende dus. Als je de reviews op rotten tomatoes mag geloven heeft Coppola zich met Megalopolis vertild aan de eigen tomeloze ambitie, zoals dat eerder dit jaar gold voor Joker: Folie à deux van Todd Phillips, in 2023 voor Ari Asters drie uur durende Beau is Afraid en in 2022 voor het groteske Babylon van Damien Chazelle. Het betreft hier steeds filmmakers die met eerdere films grootse triomfen hebben gevierd.
Ik was op basis van geluiden vooraf bevreesd voor een onnavolgbaar ratjetoe, maar Megalopolis was best een begrijpelijke film, die zich nadrukkelijk spiegelt aan de geschiedenis van het oude Rome. Cesar is een creatief genie dat als een Tita Tovenaar de tijd kan stilzetten, maar dat vermogen tijdelijk verliest te midden van politieke heisa. Cesar heeft het wondermateriaal Megalon uitgevonden en laat daarmee onder meer een utopische stad verrijzen. Burgemeester Cicero stelt zich als rivaal op, omdat naar zijn idee elke utopie weer een dystopie wordt. Bovendien zint het hem niet dat zijn dochter Julia een relatie is begonnen met Cesar. Diens voormalige geliefde, de presentatrice Wow, is daarover zo jaloers dat zij listen verzint om hem te dwarsbomen, waarbij ze samenspant met Clodio, de populistische neef van Cesar.
Tjokvolle potpourri
Het loont de moeite om Megalopolis af te zetten tegen Anora van Sean Baker. De kijker kan zich in het alom geprezen Anora makkelijk identificeren met de personages, en in een recent essay meldde Arnon Grunberg dat hij ook bij zijn tweede bezoek aan de film ontroerd was door de ontknoping. Er ontstaat toenadering tussen sekswerker Ani/Anora die voor haar waardigheid heeft gevochten en de Russische huurling Igor die over een goed hart blijkt te beschikken. Hoewel ik zelf Igor als een domme kracht bleef zien die te min is voor Ani, vormt de aanzet tot een toenadering de reden dat velen Anora als een meesterwerk beschouwen (ik vond het een goede film, maar geen meesterwerk).
Bij Megalopis, daarentegen, is het moeilijk meeleven met de personages. Dat komt niet alleen doordat de meeste personages ijzig zijn en kapsones hebben, maar omdat ze bijkans ‘verdrinken’ in grote en digitale spektakelscènes. Oftewel, Coppola’s film biedt een tjokvolle potpourri van ideeën en verhaallijnen, waardoor het emotionele register van de personages, anders dan bij Anora, nauwelijks wordt aangesproken.
Megalopolis is nog het meest verwant aan Coppola’s One From the Heart (1982), door de Franse criticus Serge Daney indertijd betiteld als een maniëristische film. Het gaat er niet meer om hoe personages zich tot elkaar verhouden, maar in het maniërisme verwijzen beelden vooral naar andere beelden. De referenties buitelen over elkaar heen, waardoor personages nog slechts pionnetjes zijn in een keten van aaneengeregen beelden die toespelingen zijn op andere films en kunstvormen, aldus Daney.
Trapeze-act
Een maniëristische film draagt het risico in zich dat de kijker afhaakt omdat die overvoerd wordt: een geval van door de bomen het bos niet meer zien. Maar ik denk dat die doelbewuste overdaad van Megalopolis functioneel is. Coppola’s film, waarin de voice-over van de historicus geregeld spreekt over een ‘new Rome’, wentelt zich in een decadentie die geheel in de lijn is van de Romeinse oudheid. En er zijn critici die Coppola’s filmische keuzes op waarde schatten: Jan Pieter Ekker van Het Parool heeft Megalopolis in zijn jaar top-5 en Ivo de Kock van Filmkrant zelfs op nummer 1.
In interviews speculeerde Coppola erop dat zijn Megalopolis over een paar jaar mogelijk zal worden gewaardeerd als een visionaire film. En wie weet, waarom niet? Op een gegeven moment verschijnt een ceremoniemeester in een arena waarna een trapeze-act volgt, en ik dacht: verhip, dit lijkt wel Lola Montès (Max Ophüls, 1955). In wat zijn laatste film zou blijken te zijn, pakte Ophüls, die slechts 54 jaar oud zou worden, uit met een complex opgebouwde film over een luchtacrobaat, die negatief werd ontvangen bij uitbreng en flopte aan de kassa. Maar tegenwoordig geldt Lola Montès als een glorieus sluitstuk van een roemrijke carrière. Laat het Coppola ook gegund zijn dat wat nu een mislukking lijkt toch op termijn als meesterlijk worden erkend.
The Conversation
Behalve Megalopolis zal ook Coppola’s vijftig jaar oude The Conversation in LUX te zien zijn, in een 4K restauratie. Er staan tenminste vertoningen gepland voor de laatste twee zondagen van december. The Conversation oogt echter allerminst als een spektakelstuk, en dat is logisch, want de film gaat over een professionele afluisterexpert die zo bekwaam in zijn vak is, omdat hij zich als een grijze muis door de massa kan begeven. Als zijn hospita een cadeau voor zijn verjaardag op de deurmat heeft gezet, beschouwt hij dat als een zeer onaangename verrassing, want het betekent dat hij bij iemand toch op de radar staat.
Saillant genoeg maakte Coppola het ijzingwekkend sterke The Conversation over een saaie luistervink vlak na The Godfather, zijn maffia-epos vol flamboyante karakters. Maar minstens zo opvallend is dat The Conversation misschien wel actueler is dan ooit. Door zijn expertise is Harry Caul (Gene Hackman) uitermate wantrouwend geworden, omdat hij weet hoe iedereen afgeluisterd kan worden: vanwege zijn werk is hij op de hoogte van alle technische snufjes. Als hij zelf een keer het mikpunt is van een practical joke stijgt zijn paranoia naar nog grotere hoogte.
Ik zal de plot verder niet uit de doeken gaan doen, maar u zult verbaasd zijn hoezeer deze film over Harry’s achtervolgingswaan een commentaar lijkt op de manier waarop onze sociale identiteit onder druk staat in deze tijden van big-tech bedrijven. Harry zou vast lid zijn geworden van de organisatie Bits of Freedom over digitale burgerrechten om u op het hart te drukken dat u niet te lichtvaardig moet denken over uw privacy. Of hij zou zich hebben teruggetrokken in een ondergrondse bunker zonder internet, en alleen met een goede reden naar boven komen, bijvoorbeeld om The Conversation in LUX te gaan zien.
Deel dit artikel