De staat van Cultuur in Nijmegen: erfgoed
Onlangs verscheen het rapport De staat van Cultuur in Nijmegen van onderzoekbureau Blueyard. Daarin werd een analyse gemaakt van het culturele veld in Nijmegen, stonden kritische noten vermeld en zijn aanbevelingen gedaan. Dit rapport wordt meegenomen in de nieuwe cultuurvisie die de gemeente voor de komende jaren opstelt. Ugenda vraagt een aantal spelers in het culturele veld om een reactie. Deze keer Paul van der Heijden, directeur van RomeinenNU en nauw betrokken bij de sector erfgoed in Nijmegen.
Herken je je in de algemene analyse van Blueyard?
"Ik herken mij daar zeker in. Ze hebben een buitengewoon goed gefundeerd oordeel over cultuur in de stad opgesteld. Dat begint al met het uitgangspunt van hun visie: cultuur is een belangrijke pijler voor het welbevinden van de eigen inwoners. Dat zou leidend moeten zijn voor het beleid. Het geldt voor cultuur in het algemeen, en zeker ook voor cultuurhistorie. Als je meer weet over de geschiedenis van je eigen plek, kun je daar beter wortelen en aarden. Kennis van de eigen geschiedenis leidt tot meer inzicht en beter begrip van historische processen, en dat leidt weer tot een beter begrip van het heden en grotere verdraagzaamheid. En wie het heden snapt, is ook beter uitgerust voor de toekomst.
"Overigens vind ik het buitengewoon moedig en verstandig van de wethouder om deze analyse te laten maken. Dat getuigt van betrokkenheid, niet bang zijn om met de billen bloot te gaan, en een sterke wens om structurele verbeteringen door te voeren. Chapeau!"
Ben je het eens met de aanbevelingen van Blueyard over erfgoed?
"De opmerkingen van Blueyard over de cultuurhistorische instanties – Museum Het Valkhof, de Bastei, de Stevenskerk en het Huis van de Nijmeegse Geschiedenis – zijn hard en scherp, maar pijnlijk waar. Evenzo de opmerkingen over de opstelling van de gemeente: er is gebrek aan een overkoepelende visie, weinig durf en onwil om grote budgetten vrij te maken. Het budget voor het uitdragen van de Nijmeegse geschiedenis, 100.000 euro per jaar, is landelijk gezien een lachertje. Zeker voor de stad met de meeste geschiedenis van heel Nederland. Adel verplicht.
"Misschien wel typerend is dat de gemeente bij het verstrekken van de opdracht aan Blueyard de hele cultuurhistorische sector was vergeten. Blueyard heeft op eigen initiatief gespreksrondes gevoerd met vertegenwoordigers uit deze sector."
"Waar ik vragen bij zet is de aanbeveling om de slogan 'Oudste stad van Nederland' te heroverwegen (punt 11.3.4). Blueyard is, een beetje gechargeerd, bang dat je daarmee alleen bejaarden lokt. Daar ben ik het niet mee eens. Je hebt in de citymarketing een unique selling point nodig, waar je de rest van de marketing aan kunt ophangen. Het enige unique selling point van Nijmegen in nationale context is die van Oudste stad. Dat betekent niet dat je de stad moet omtoveren in suffige retrohistorische kitsch. Juist die ouderdom betekent dat je al 2000 jaar bezig bent jezelf te ontwikkelen, en dat die ontwikkeling nog steeds doorgaat: 'al 2000 jaar innovatie', '2000 jaar cultuur', '2000 jaar bouwen' et cetera."
Is er iets over het hoofd gezien bij het onderdeel erfgoed of elders in het Nijmeegs cultuurleven?
"Het idee van meer cultuur in het onderwijs is uitstekend. Wat hier bijhoort is cultuurhistorie in het onderwijs. Het is van de gekke dat kinderen in Nijmegen op de basisschool en middelbare school niets te weten komen over de geschiedenis van hun eigen stad, tenzij hun docent dat toevallig belangrijk vindt en bijvoorbeeld de klas meeneemt naar Museum het Valkhof of het Bevrijdingsmuseum. Ik pleit voor het structureel behandelen van drie tijdlagen in het (basis)onderwijs: Romeinse tijd, Middeleeuwen en WOII. Dat zou overigens moeten gelden voor alle scholen in Nederland: 15 procent van het geschiedenisonderwijs zou moeten gaan over lokale/regionale geschiedenis, maar dat terzijde.
"De activiteiten van Stichting Gebroeders van Lymborch en de potenties voor Nijmegen zijn onvoldoende aangestipt. Denk aan het Gebroeders van Lymborchhuis en aanschaf het nog altijd te koop staande manuscript van de Gebroeders. Dat is begrijpelijk, want de plannen voor het Gebroeders van Lymborchhuis waren officieel nog niet bekend, maar het niet vernoemen in het rapport mag niet leiden tot het 'vergeten' van deze kansen."
"De cultuurhistorische instellingen in Nijmegen hebben zich verbonden in het Culthuurhistorisch Platform Rijk van Nijmegen (CPRN), maar dat komt in het rapport niet voor. Sterker zelfs: het CPRN wordt niet vernoemd. Deze bundeling van cultuurhistorische instellingen is landelijk gezien tamelijk uniek. En dat biedt zowel inhoudelijk als organisatorisch ruime mogelijkheden voor het opzetten en uitvoeren van een cultuurhistorisch beleid. Mijn stellige indruk en ervaring is dat er onvoldoende gebruik wordt gemaakt van deze mogelijkheden.
"De aanbevelingen gaan met name over culturele activiteiten. Wat cultuurhistorie betreft, zou het ook moeten gaan om ruimtelijke ordening. Dat overstijgt het terrein van cultuur, waar de aanbevelingen voornamelijk over gaan. Er ligt – terecht – een opgave bij de gemeente om na te denken hoe zij zichzelf wil presenteren. Op cultuurhistorisch gebied komt dat niet louter uit culturele budgetten, maar is het ook verweven met stedenbouwkundige kwesties zoals Valkhofkwartier en Waalfront. Zolang daar geen integrale visie op bestaat, zullen andere – louter commerciële – krachten de boventoon vieren. En dan rijgen de onbenutte mogelijkheden voor visualisatie van het Nijmeegse verleden zich aaneen."
Hoe kunnen we in Nijmegen meer verbindingen leggen tussen culturele organisaties? Met welke organisatie of persoon zou je eens een project willen doen?
"Het idee van een cultuurintendant lijkt me heel goed. Ik zou daaraan meteen willen toevoegen dat we ook intendant zouden moeten hebben op cultuurhistorisch gebied. Een soort 'geweten' voor het Nijmeegse verleden, die organisaties kan binden en kansen binnen de culturele, ambtelijke en politieke wereld kan onderscheiden, benutten en positief beïnvloeden. In feite ligt er al een uitstekende voedingsbodem voor zo'n intendant: het CPRN."
"Het zou voor de stad heel goed zijn als Museum Het Valkhof een leidende rol krijgt in museale presentaties in Nijmegen. We kunnen voorbeeld nemen aan het Museo Nazionale Romano in Rome, dat vier dependances kent. Enkele kleinere Nijmeegse centra zouden beter onder vlag van Museum Het Valkhof kunnen vallen, wat ten goede komt aan de uitstraling, synergie, organisatorische duurzaamheid, flexibiliteit in programmering en kostenbeheersing. Ik denk daarbij in ieder geval aan de Nicolaaskapel – het oudste nog bestaande gebouw van Nederland –, het nieuwe Gebroeders van Lymborchhuis en het Huis van de Nijmeegse Geschiedenis. Dat vergt wel enige aanpassing aan de organisatie van Museum het Valkhof dat, zoals in het rapport al opgemerkt, in het verleden vooral naar binnen was gericht. Maar als die drempel eenmaal is genomen, denk ik dat we in Nijmegen een heel krachtige partij erbij hebben die regionaal, nationaal en internationaal zich moeiteloos kan manifesteren."
"Cultuurhistorie, kunst en cultuur bieden buitengewone mogelijkheden tot kruisbestuivingen. We hebben dat in 2018 aangestipt met de Nacht van de Romeinen, waar op vijftien plekken in Museum Het Valkhof allerlei podiumkunsten, lezingen en workshops werden ingezet om het Romeinse verleden op een andere manier voor het voetlicht te brengen. Zulke initiatieven bieden een fantastische voedingsbodem voor de toekomstige ontwikkeling van kunst en cultuur in Nijmegen. En dan hebben we het niet alleen over de Romeinse tijd, maar over 15 eeuwen waarin Nijmegen een hoofdrol heeft gespeeld in de Nederlandse geschiedenis, van Caesar via Theophano en de Gebroeders van Lymborch tot Mariken van Nimwegen. Die geschiedenis zit vol verhalen, kunst, mythes, grote gebeurtenissen en petit histoire. Met een grote gemeenschappelijke deler: het heeft zich allemaal hier afgespeeld. In Nijmegen."
Wat zou Noël Vergunst in zijn cultuurvisie vooral niet mogen vergeten, en waarom?
"In het rapport wordt meermaals verwezen naar het ontbreken van zichtbaarheid van het verleden. Daar hamert het CPRN nu al 15 jaar op. De gemeente heeft geen visie op de manier waarop je dat zou kunnen doen. Sterker nog, enkele wethouders in het verleden hebben discussie daarover steeds tegengehouden. Visualisering kan op vele verschillende manieren, van 1 op 1 reconstructie tot het toepassen van moderne vormen, middelen en materialen. Het zou interessant zijn om daar een symposium over te houden met input van architecten en stedenbouwkundigen die hun sporen in dit veld al ruimschoots hebben verdiend.
"Cultuur en cultuurhistorie staan elkaar niet in de weg, integendeel: ze kunnen elkaar juist aanvullen."
Paul van der Heijden is directeur van RomeinenNU, onderdeel van Tijdlijn Historische Projecten, een bureau dat adviseert bij cultuurhistorische projecten, en auteur van diverse boeken over de Romeinen en de geschiedenis van Nijmegen.