Skip to main content
Vacature redactiecoördinator

Vacature redactiecoördinator

Dat Valkhofmuseum, dat wordt nog eens wat

| Jan Maurits Schouten | Column
Dat Valkhofmuseum, dat wordt nog eens wat
De trap eindelijk benut | Foto: Jan Maurits Schouten

Eigenlijk valt dat hartstikke mee, dat reserveren van museumbezoek. En je loopt er eigenlijk wel heerlijk rustig rond te kijken. En dan blijken er in het Valkhofmuseum een aantal dingen veranderd. Niet veel, maar genoeg om het geheel een stuk spannender te maken, voor iedereen.

Wat hebben we veel geëmmerd en gejeremieerd over ‘ons’ stedelijk museum. De moderne kunst kwam niet genoeg aan bod, de plaatselijke kunst, het was te weinig spannend, de archeologische collectie werd niet goed gepresenteerd, het feit dat het museum de collectie bodemvondsten van Gelderland beheert leek ondergesneeuwd door de Nijmeegse historie… et cetera. Veel mensen – onder wie ik, ik geef het toe – zagen de boel als los zand aan elkaar hangen en pleitten ervoor om de boel dan maar uit elkaar te trekken. Maar waarom konden andere stedelijke musea, zoals dat in Den Bosch, het dan wél?

En het gaat binnenkort verbouwd worden, hè? Ze gaan wat aan die foeilelijke en onhandige trap doen, en aan de entree met die lompe deuren, en er moet heel veel aan de verwarming en de luchtbehandeling geprutst worden. Dan verwacht je ook weinig sprankelends meer van zo’n organisatie.

Dus. Maar. Ik wou in ieder geval het ruitermasker weer eens zien. Je ziet tegenwoordig overal foto’s van dat beeld in de polder dat erop probeert te líjken (heb zelf de moeite nog niet genomen om het te gaan bekijken), niet zoals het ooit geweest is, zilver-blikkerend in de zon, maar verweerd en gepatineerd zoals het nu is, wat ik een vreemde keuze vind. Maar het is een prachtig stuk waar ik graag naar terugkeer, zoals een Amsterdammer soms naar De Nachtwacht kan verlangen. Iets van eeuwige schoonheid, en het is in jouw stad.

En als we dan tóch gingen, ook maar eens zien of er nog wat moderne kunst te beleven was. Nou… dat is er. Eindelijk, rond einde levensduur, heeft iemand iets écht gedurfds gedaan met die loze ruimte. Anne Wenzel. Als je leest: een oudere Duitse kunstenares met beelden van keramiek, dan wordt je daar niet meteen wild van (ik tenminste niet). Maar die beelden… die zijn dus gigantisch en spannend en betekenisvol. En besmeurd met verfspatten en rondgeslingerd door de hal alsof een reus een schaakbord heeft omgekeerd en daarna alles met uiterste nauwkeurigheid herschikt. Oké, je bent binnen!

En dan moet je opstelling Geel als citroen, rood als tomaat nog betreden. Lekker veel ruimten achter elkaar hebben Ineke Hansen en Erik Mattijssen mogen benutten om, op uitnodiging van de tentoonstellingmaker, elkaars kunst met elkaar te confronteren. Mattijssen maakt kleurrijke schilderijen die de driedimensionaliteit opzoeken, soms zweven delen los van de lijst, soms is er geen lijst. Hansen is een ontwerper, voornamelijk van meubels. Erg goed ontworpen meubels, ook al zijn ze soms voor commerciële toepassing, of juist daarom. Het leidt tot hier en daar zeer geslaagde, spannende opstellingen en installaties. Je hoeft, zoals in mijn geval, het werk van Mattijssen niet zo mooi te vinden om toch het oprechte streven van de kunstenaar te kunnen zien.

Verder: de vitrines met het aardewerk, glaswerk en theeserviezen zijn er nog, de kamers met Nijmeegse schilderijen en ook de vaste Romeinse opstelling inclusief – godzijdank – de ruitermaskers. Er is ook een zaaltje tijdelijk gewijd aan de Making of van het ruitermaskerbeeld. Maar er is nu dus ook een zaal met zeer vroege vondsten uit Gelderse bodem, bekercultuur, bronstijd, nog ouder, uit grafheuvels bij Twello, Vorden en tal van andere Gelderse plekken. Met een reliëfkaart van Gelderland aan de muur. En dat éne zaaltje, dat wérkt! Het is alsof de rest van de collectie opeens breder geaard is in de geschiedenis.

De kelder is nu voor de kinderen, lekker dollen met Romeinse technieken of onderzoek doen in een archeolab. En de verzameling keramiek is er natuurlijk ook nog en de escaperoom. En dan is er daar nog de kleine maar heel fijne expositie van UNIT, een Nijmeegse instelling die 25 jaar bestaat en mensen met aanleg voor beeldende kunst, die niet naar de academie kunnen, begeleidt naar professioneel kunstenaarschap. Ze zullen heus hun beste kunstenaars wel presenteren, maar ménsen, wat een goede werken zitten daar tussen. Fotografie, video, schilderijen, stripverhalen, fantasytekeningen, alles in zijn eigen merites van zeer hoge kwaliteit, elke kunstenaar goed genoeg voor een grotere expositie. Echt een pareltje.

De afgelopen jaren is er veel geprobeerd met het museum, veel wees de goede kant op. Het lijkt alsof het Valkhofmuseum nu, zoals het nu is, het meest uitgebalanceerd, spannend en afwisselend is van al die tijd. Daar kun je als stadsbewoner niet anders dan blij mee zijn.

Getagd onder

Deel dit artikel