Storytelling Festival Nijmegen 2025, are you ready to celebrate your story?
Interview met Nijmeegse schrijver Willem Claassen
Het Nijmeegse schrijversgilde herbergt verschillende pareltjes. Een van hen is de van oorsprong Beuningse Willem Claassen. Komende dinsdag presenteert deze korte-stukjes-schrijver zijn nieuwste boek Contouren in de bibliotheek in Nijmegen. Komende zaterdag zit hij zelfs achter een flinke stapel van zijn eigen werk bij Dekker van de Vegt te signeren. Al met al voor Bertus voldoende reden om eens met deze uiterst vriendelijke vader van twee dochters te gaan praten.
Voor wie wel eens een column van hem leest, weet al dat Willem Claassen uit Beuningen komt. Hij is daar geboren en opgegroeid op de boerderij van zijn ouders. Op zijn 23e is hij pas het huis uit gegaan en in Nijmegen gaan wonen. Willem schrijft al heel lang – hij heeft in het verleden journalistiek gestudeerd in Tilburg, heeft ook een roman geschreven en een verhalenbundel en werd op een goed moment bij De Gelderlander gevraagd om tweewekelijks een column te schrijven. Dat is inmiddels uitgegroeid tot een wekelijkse rubriek. Van de columns die hij de afgelopen zes jaar heeft geschreven, heeft hij er een flink aantal gebundeld in het boek Contouren, vernoemd naar de titel van één van de stukjes die erin staat.
Zoals gezegd, Contouren is niet Willems eerste boek. Park is zijn eerste boek, een autobiografische roman over de tijd dat hij woonde op een bungalowpark in Oosterhout. Het tweede boek is De Koe die de Waal Over Zwom. Dat gaat over zijn jeugd op de boerderij van zijn ouders in Beuningen. En het derde boekje, een heel dun boekje, is Beungening. Dat gaat over zijn connectie met Beuningen en bestaat uit columns en korte verhalen. Het heet trouwens zo omdat Willems oudste zus ‘Beuningen’ niet kan uitspreken. Kortom, Contouren is het vierde werk van de hand van Willem Claassen.
In de columns die Willem schrijft, moet voor de lezer uit deze regio wel een klein beetje iets herkenbaars zitten in die zin dat hij er ook af en toe lokale dingen in moet verwerken, maar over het algemeen heeft hij behoorlijk een vrije hand gekregen. Over het algemeen probeert hij actualiteiten of tijdgebonden onderwerpen te vermijden. Willem wil graag dat zijn stukjes, ook later nog, gewoon gelezen kunnen worden, dat er sprake is van een soort tijdloosheid. Natuurlijk komen corona of de oorlog in Oekraïne wel voorbij, maar meer terzijde, meer als aanleiding of achtergrond voor de rest van het stuk.

Dat doet er trouwens niet aan af dat er wel maatschappelijke onderwerpen zijn die hem aan z’n hart gaan. Daar schrijft hij ook wel stukjes over, zoals over Black Lives Matter of zwarte piet of de #metoo-beweging. Hij heeft er echter voor gekozen om slechts enkele van deze columns mee te nemen in deze bundel.
Willem heeft verschillende onderwerpen die in zijn verhaaltjes regelmatig terugkomen. Twee van de leukste hoofdpersonen zijn Willems dochters. Zo nu en dan, zoals in het verhaaltje Wapen, combineert hij hen met een van zijn eigen overtuigingen, in dit geval pacifisme. Soms speelt een van zijn dochters de hoofdrol in een losse zin, een los klein tekstje dat ook in het boekje staat, zoals in Raden: “Mijn jongste zit op de wc, met de deur open. Ik loop langs, ze kijkt me aan. “Wat denk je,” zegt ze, “zit ik te poepen of niet?”
Een ander die best vaak terug komt in zijn columns, is zijn oudste zus. In het begin van het boekje – en daarmee de eerste periode waarin Willem columns schreef – heeft hij het over zijn ‘gehandicapte zus’; de zus van Willem heeft het syndroom van Down. Later, vanaf de column Zus, verwijst hij naar haar als ‘mijn oudste zus’. In het stukje Woodstock komen we er overigens achter dat deze zus Susan heet. Willem laat Susan veel terugkomen in zijn schrijfsels. Zo beschrijft hij hoe hij met haar, op een tandem, door de omgeving fietst en haar het verschil leert tussen links en rechts, of hoe hij met haar naar de servicebioscoop gaat in Beuningen om De Smurfen te kijken.
Columns als vrijplaats
Willems verhalen doen heel autobiografisch, heel waargebeurd aan. “Dat zijn ze niet per se, hoor. Heel vaak verdraai ik dingen of maak ze mooier en soms breng ik dingen bij elkaar. Ik zie columns een beetje als een vrijplaats. Ik geef ieder jaar een week les aan studenten van ArtEZ over columns en een van de dingen die ik daar altijd aan de orde laat komen is dat columns in beginsel altijd op persoonlijke titel worden geschreven en dat kranten zich daar ook achter kunnen verschuilen als ze commentaar van buitenaf krijgen. Het is natuurlijk ook geen journalistiek bericht.”
Het is wel een van de aspecten die de stukjes van Willem Claassen erg aantrekkelijk maakt: het feit dat iedereen zich kan verplaatsen in hetgeen hij schrijft. Hij blijft wel graag bij dingen die hij om zich heen ziet. Zelf zegt hij dat-ie vindt dat zijn verhalen er minder sterk op worden naarmate hij meer onderwerpen aanroert die verder van hem af staan.
Al met al zijn het buitengewoon vermakelijke verhaaltjes waarin iedereen wel iets herkenbaars ziet.
Contouren kan worden besteld via de site van Wintertuin en het ligt bij Dekker van de Vegt in de winkel, waar hij overigens zaterdag 11 juni a.s. om 14.00 uur zal komen signeren.
Dinsdag a.s. is de presentatie in Bibliotheek Mariënburg, om 20.00 uur, waarbij Willem een aantal verhalen zal voordragen. Woensdag wordt dat dunnetjes over gedaan bij de bibliotheek in Beuningen.

De column 'Gezang' van Willem Claassen, zoals deze verscheen in De Gelderlander
Deel dit artikel