Brebl: Een stad heeft een podium nodig dat aan de rafelranden zit

Eind dit jaar komt er een einde aan het Honigcomplex zoals we het nu kennen. Een aantal ondernemers zal een nieuwe plek vinden op het NYMA terrein, een paar ondernemers zullen blijven en er zijn er die moeten zoeken naar een nieuwe plek. Zo is het voor Brebl nog de vraag wat er het komend jaar gaat gebeuren. Ik spreek eigenaar Godfried Verstegen over wat de betekenis van de Honig, en specifiek Brebl, voor Nijmegen is geweest.
Hoe kijk je terug op acht jaar Honigcomplex?
“De Honig was een hotspot met grote toegevoegde waarde voor Nijmegen. Het gaat daarbij niet alleen om de culturele activiteiten, die voor het publiek het meest zichtbaar zijn, maar om alle ondernemers die hier hun ding konden doen. Iedereen heeft met weinig middelen hier de mogelijkheid gekregen om iets nieuws neer te zetten. Dat is bijzonder goed gelukt. Iedereen heeft vanuit zijn passie en door de tijdelijkheid met een gevoel van urgentie tot aan het laatste moment gewerkt. Hoewel het gebouw in zijn huidige vorm gaat sluiten, heeft het permanente waarde voor de stad opgeleverd. Er zijn veel bedrijven die overblijven en ergens weer een plek hebben gevonden.”
Is Brebl geworden wat je in 2014 in gedachten had?
“Ja, zeker! De bedoeling was om een culturele plek te creëren zonder subsidie, waar iedereen met een goed idee terecht kon en dit zonder veel gedoe kon uitvoeren. Oké, de laatste twee jaar waren niet heel fijn, maar we hebben toch nog 148 concerten gehad. Iedereen heeft zijn schouders er onder gezet. Dat is tekenend voor de medewerkers hier, maar ook voor de artiesten.”
“Het tijdelijke van Brebl heeft ook bijgedragen aan het succes. Tijdelijkheid en schaarste leiden tot creativiteit. Je legt je prioriteiten anders: het gaat om de inhoud en niet om het uiterlijk.”
Wat heeft Brebl Nijmegen opgeleverd?
“We hebben een goed jazzpodium voor Nijmegen neergezet, waar wekelijks nationale en internationale artiesten optreden. Iets waar na het sluiten van O42 niet meer een echt goede plek voor was. Muzikanten komen hier erg graag spelen! Daarnaast is het een locatie voor undergoundinstellingen waar jongeren hun plek vinden. Er waren hier tachtig tot honderd events per jaar voor jongeren. En ik heb ook ruimte geboden aan theatergroep Gras en restaurant de Wereldkoks. Bovenal is het iets waar mensen elkaar kunnen ontmoeten.”
“Een stad heeft een plek nodig als Brebl, een die aan de rafelranden zit, want daar gebeurt het. Je moet ergens met de ideeën kunnen groeien en bloeien, onverwachte dingen kunnen doen, experimenten aangaan. En waar je iets aan de muur kunt hangen zonder vijf formulieren in te vullen. Juist in deze tijd waar cultuur erg aangeharkt is en in mega-gebouwen met gladgestreken gevels en glanzende wanden zit. Waar kun je in Nijmegen als lokaal amateurbandje nog terecht, zonder dat je een flinke zaalhuur moet betalen?”
Wat gaat de toekomst brengen?
“Ik wil heel graag met Brebl verhuizen naar een nieuwe plek. Dat is best moeilijk omdat er niet zo veel opties zijn. Je zit al gauw in bewoond gebied waar je te maken krijgt met geluidsoverlast, waardoor liveoptredens moeilijker worden. Maar op zich maakt me het pand niet zo veel uit, het mag best weer iets zijn waar we moeten klussen. De Brebl ziel kunnen we wel verhuizen: het gaat om het publiek, je personeel en de activiteiten die je organiseert. Die mentaliteit moet je meenemen om een nieuwe Brebl te creëren. Vergelijk het met het oude en het nieuwe Doornroosje: niets ten nadele van Roosje, ze zijn natuurlijk heel belangrijk voor de stad, maar met de nieuwe megazaal is ook de programmering veranderd en staan er artiesten op het podium die in het oude pand ondenkbaar waren. Dat trekt een ander publiek aan. Je mist de sfeer van het oude Roosje.”
“Er bestaat een kans dat we hier na 31 december nog een korte tijd kunnen blijven en een cultureel programma kunnen draaien. Maar ik hoop in september al weer op een nieuwe plek te zitten. Tijdelijk of permanent, dat maakt me op zich niet uit, maar dat we over vijf jaar iets hebben neergezet dat broeit en bloeit als nooit te voren. We moeten nu in ieder geval voorkomen dat er een gat gaat ontstaan. ”