Wende duikt moedig in de krochten van haar persoonlijke wildernis

Afgelopen zondag stond Wende met muzikanten en zangers van NKK-NXT op het podium van de grote zaal van Doornroosje. De wildernis, een pleidooi voor het écht zien, écht voelen en écht luisteren. Voorbij conventies, gebaande paden en ongeschreven regels. Over een leven dat het verdient vol geleefd te worden. De teksten hebben een schoonheid van tekstuele juwelen die op zichzelf staan als kastelen.
Plots staan er zes silhouetten vooraan op het podium, van achter belicht. Het zijn de zes vocale toptalenten van NKK-NXT, talentontwikkelingstraject van het Nederlands Kamerkoor. A capella zingen zij met spatzuivere meerstemmigheid O Radiant Dawn. Zo spoelen zij in één nummer alle dagelijkse beslommeringen van je huid, uit je systeem en uit je hart. Deze stemmen komen binnen, zo openen ze zachtjes je ziel en zo de poort naar De wildernis.
Wende – Foto: Bram Versteeg
Met één luide slag op de drums is het gedaan met alle subtiliteit van het eerste nummer, de toon wordt gezet met Icarus. Je voelt meteen aan alles: De wildernis is niet een eenvoudig luisterconcertje. Het is op vele manieren een belevenis met daarin meer lagen dan goede spekkoek. Als een ware Icarus verschijnt Wende hoog op het podium, kortstondig uitgelicht door één grote spot schuin boven haar. De zangers van NKK-NXT draaien zich ondertussen langzaam om naar haar. Met fysiek voelbare basdrums wordt alles in je lichaam wakker geschut. De sound in de show is tot in de kleinste details uitgewerkt. Het lichtontwerp, door Freek Ros, is van ongekende klasse en wordt geniaal mooi ingezet. Het licht levert, bijna ongemerkt, een grote bijdrage aan de beleving van deze show. Het geeft de grote zaal van Doornroosje de feel van een kathedraal. Volkomen terecht worden in Loop naar het goud beide muzikanten op het podium uitgelicht en in het zonnetje gezet. Het zijn vanavond Nils Davidse aan de piano en Dan Huijser op drums. Tijdens Bloed in mijn bloed bepaalt het licht het toneelbeeld, gevuld met blauwe lichtstralen, een horizonspot die net over het hoofd van Wende schijnt. De oplettende luisteraar hoort halverwege dit nummer dat Wende haar lichaam zacht maakt. Waardoor haar stem zachter, milder en lieflijker klinkt, geheel passend bij de tekst.
Wende – Foto: Bram Versteeg
Voordat De wildernis definitief vorm kreeg waren er drie try-outcycli. In elke cyclus zijn weer nieuwe elementen toegevoegd, is er meer verdieping gevonden, is er met de sound geëxperimenteerd en is daarmee de kunst in en van De wildernis groter en mooier geworden. Zo zijn er tot kort voor de première nog nummers toegevoegd en geschrapt. Ik mis Vertel me alles oprecht... Er is tot het laatste moment nog uitgebreid gewisseld met de volgorde waarin de nummers in de show zitten. Om een maximale spanningsboog in de show te realiseren. Energieke hoogtepunten zijn bijvoorbeeld Dit is alles, waarin Wende als een ware rockchick, headbangend staat te rammen op haar elektrische gitaar. In Alles weggegeven gaan het licht en de muzikanten helemaal los, de basdrum is weer duidelijk voelbaar, Wende gaat los in een sensuele dans. Toppunt in dit opzicht is de tirade Kijk me aan waar de energie van afspat en heen en weer klotst tussen het podium en het publiek. De weerklank in het publiek is zo voelbaar, de herkenning van zinderende boosheid, opperste frustratie zoals deze bij echt klapperende ruzie hoort. Kijk me aan als ik je hart zoek.
Meer richting het eind geeft Sterren lopen vooral positieve, blije energie.
Wende & Nils Davidse – Foto: Bram Versteeg
Het getuigt van theatrale kunst hoe het net zo soepel weer klein en intiem gemaakt wordt. Met Lege stoelen, dat opent met de bloedmooie zinnen Soms word ik wakker in de stilte van mijn vader, lig ik urenlang in zijn gemis, en iets verder: Zo blijven we bestaan als spaties tussen woorden (tekst van Marjolijn van Heemstra). Ultiem intiem wordt het vanaf Hoe vaak (Wouter van Ransbeek). Subtiel begeleid door Nils op de piano. Met oprecht hoorbare bewondering hoor ik een welgemeende ‘wauw’, ergens links in de zaal komen. Er ontstaat een onwerkelijk mooi contrast als Wende met werkelijk rauwe eerlijkheid verbaal afscheid neemt van haar schaduwkanten en angsten, en deze laat sterven. Onderwijl door Nils liefdevol gewiegd in warm gespeelde noten op piano. Geniale muzikant deze man. Na afloop blijft er een wonderlijke stilte hangen in de zaal. Soms, zeker nu, zijn dit soort stiltes van oorverdovende schoonheid in een afgeladen volle zaal. Stilletjes schuift Wende naast Nils achter het klavier, en spelen ze quatre-mains een liefst denkbare melodie. Tijdens het volgende nummer valt er links voor iemand flauw, precies op het moment dat Wende zingt; Het is tijd, ik moet gaan… Gelukkig is diegene snel weer op de been, nadat het zaal licht kort even aan was. En zet Wende het nummer opnieuw in.
Van kerk naar theater
Voor mij heeft het theater in zekere zin een rol van de kerken overgenomen na de ontzuiling. In vroeger tijden werd in kerken gepredikt over hoe goed te leven. Tegenwoordig wordt in theaters middels verhalen voorgeleefd hoe goed of slecht leven eruitziet. Als theaterdier en verhalenverteller pur sang is dit bij Wende niet anders. Niet dat ze als een predikant, imam of pastoor met een opgeheven vinger vertelt hoe te leven, integendeel. In alle kwetsbaarheid put Wende voor de verhalen in de show uit haar eigen leven. Als geen ander is Wende in staat, met rauwe eerlijkheid naar haar eigen schaduwkanten te kijken en deze te onderzoeken. Op zoek naar de onderstromen in de krochten van haar persoonlijke wildernis. Moedig onderzoekend waar het leven pijn doet om haar angsten in de ogen te kijken en vervolgens te omarmen. Het is de ongenadige eerlijkheid waarmee Wende haar verhalen deelt. Mogelijk geheel onbedoeld, maar mij inspireert het en daagt het me uit om bijvoorbeeld moedig te leven. Om oprecht keuzes te maken hoe mijn leven in te vullen en vorm te geven. Voor mijn gevoel is deze echtheid een van de redenen waarom zo velen in het publiek tijdens de show herkenning vinden en zich werkelijk geraakt voelen in de songteksten. Die indruk had ik tenminste: ik heb meerdere malen niet bedwingbare snikken gehoord in het publiek.
Wende & NNK-NXT – Foto: Bram Versteeg
Dichter naar het eind gloort er meer troost, hoop en blije energie in de muziek en teksten. In Goed genoeg zingt Wende de zin Het liefst van alle dingen, is dat ik jou ook hoor zingen. Met een kleine aanmoediging zingt het publiek volmondig: Het is goed, meer dan genoeg. Ik ben meer dan goed genoeg.
Voor wie en iedereen is hier een plek/Voor wie zichzelf bezeert omdat een ander dat niet meer doet/Voor wie stemmen hoort, maar nooit een lief woord. Poëtisch mooi geschreven pijnlijke realiteit voor velen in Troostzoekers (tekst Marieke Lucas Rijneveld). Bij Hou me vast (Dimitri Verhulst) staan de zangers van NKK-NXT meerstemmig zingend in een halve cirkel om Wende heen. Ik ben zó benieuwd hoe mooi het klinkt en hoe het voelt om deze zangers zo dicht om je heen te horen tijdens dit nummer.
Als rode draad door de show lopen de verhalen van de berg. Echt prachtig om te zien hoe het publiek in stilte, met volle aandacht en concentratie deze verhalen tot zich neemt. Ik spoil daar niets over. Voor de mensen die De wildernis elders (nog) een keer willen zien.
De show vindt vanavond het einde in twee toegiften. Niet bang zijn (tekst S10 en Wende) heeft een tekstuele inhoud, die je aan elk kind zou willen meegeven om blijmoedig te kunnen leven. Het allerlaatste nummer draagt Wende op aan Poetin. Heb ik dat nodig, waarvan de tekst van het in 2017 reeds gezongen nummer zeker toepasselijk is.
De wildernis is een ongelooflijk mooi en knap in elkaar gezette show. Waarin zo veel kunst, kunde, schoonheid, inspiratie en wijsheid verwerkt zit. Of het nu gaat om de teksten, de muziek, het licht, de regie of de verhalen die ermee verteld worden. Het is allemaal kunst op grote hoogte en van hoge waarde. Absoluut waard om gezien, gehoord en beleefd te worden.
Was jij er ook bij afgelopen zondag? Ik lees graag jouw beleving in een reactie.
