Skip to main content
Vacature redactiecoördinator

Vacature redactiecoördinator

Dottige Dumbo mist anarchistische Tim Burton-touch ***

| Arjan van Doremalen | Film
Dottige Dumbo mist anarchistische Tim Burton-touch ***
Eva Green met Dumbo | Foto: The Walt Disney Company

Disney is druk bezig zijn hele geanimeerde ‘back catalogue’ in live-actionfilms om te zetten. Deze lente is het de beurt aan Dumbo, over het gepeste olifantje dat dankzij zijn enorme flaporen wel mooi kan vliegen. Op papier een van de interessantste in de reeks, want geregisseerd door Disney-buitenbeentje Tim Burton.

Pas tegen het einde van Dumbo komt eindelijk het statement waar ik al de hele film lang op wacht: dat wilde dieren niet in het circus thuishoren. Zat eraan te komen, zeker, maar toch slaak ik even een zucht van verlichting. Want tot dat moment was er nauwelijks een vraagteken geplaatst bij het feit dat het circus van Max Medici (Danny DeVito) doodleuk wilde dieren in kooien gevangen houdt.

Vliegoren

Het is ook diezelfde circusdirecteur die tot de bewuste inkeer komt. Sowieso is DeVito’s personage een van de weinigen die een beetje een ontwikkeling doormaakt. Hij begint namelijk als een op geld beluste sjacheraar die zijn frustratie niet kan verbergen, wanneer zijn pasgeboren circusolifantje Baby Jumbo over gigantische gehoororganen blijkt te beschikken en uit nijd Moeder Jumbo het circus uit mietert.

Verdrietig en verweesd vindt haar zielige zoontje troost bij de kinderen van de eenarmige cowboy Holt Farrier (Colin Farrell). Zij ontdekken al snel dat de zeiloren van de babyolifant beter vliegoren genoemd kunnen worden. Dat het vliegende olifantje een circusattractie van jewelste is mag duidelijk zijn. De weg daarnaartoe duurt wat langer dan in de originele tekenfilm uit 1941 van 65 minuten, maar is zeker onderhoudend.

Het al snel tot Dumbo omgedoopte beestje is ook zó schattig: angst, verdriet, vreugde en zelfs hoogtevrees – met dank ook aan de 3D-effecten – spatten uit de dottige ogen van het fraai geanimeerde dier. Natuurlijk volgt na de glorie de uitbuiting, in dit geval door de gewetenloze gladjakker V.A. Vandevere (Michael Keaton), die DeVito’s succesnummer overneemt en in zijn Disney-achtige pretpark opneemt.

Tim Burton

Dat laatste is wel weer een geinige sneer van Disney naar Disney zelf. Noem het zelfspot, maar zeker is dat regisseur Tim Burton er veel behagen in schept zijn werkgever, bij wie hij als animator zijn filmcarrière begon, af en toe subtiel een beentje te lichten. Ook houdt Burton niet op te benadrukken hoe hijzelf, net als Dumbo, een eigenzinnig buitenbeentje is, dat nergens bij hoort – dus eigenlijk ook niet bij Disney. Niet helemaal verwonderlijk, gezien zijn filmjuweeltjes Edward Scissorhands, Charlie and the Chocolate Factory en Big Fish.

Het niveau van die meesterwerken haalt Dumbo niet. Daarvoor is het verhaal te rechtlijnig en mist de film toch de anarchistische Burton-touch. Gelukkig toont de regisseur zich wel weer een meester in het (her)scheppen van een nostalgische sfeer – de film ziet er fenomenaal uit – en heeft hij weer een fijne cast uit zijn rolodex bij elkaar verzameld. Met Eva Green – eindelijk eens met Frans accent – als waardige opvolger van Burtons in excentriekelingen gespecialiseerde ex Helena Bonham-Carter, hetgeen ze overigens al had laten zien in Miss Peregrine’s Home for Peculiar Children.


Getagd onder

  • Wat
    Dumbo
  • Waar
    Pathé en Vue Nijmegen

Deel dit artikel